•
door verzuim vanwege de gebruiker van het product of door overbelasting van
het product;
•
door de gebruiker als gevolg van het niet naleven van de gebruiksinstructies, een
gebrek aan zorg of onderhoud, het laten vallen van het product of vloeistofschade;
•
door omstandigheden waar de garantiegever geen controle over heeft, zoals
schommelingen in de voedingsspanning (kunnen tot 10% gaan), onweersbuien,
brand of ongevallen;
•
door een onderhoud, reparatie of verandering van structuur, uitgevoerd door
een andere partij dan de hiertoe gemachtigde dienst;
•
of door het plaatsen van de unit op een manier die indruist tegen de gebruiksin-
structies of die op een andere manier niet klopt.
De garantie dekt geen reparaties van schade die geen impact heeft op de werking
van het product.
Onderdelen die stuk kunnen gaan bij hantering of als gevolg van natuurlijke slijtage,
zoals zekeringen, plastic onderdelen die handmatig bewogen kunnen worden of
andere onderdelen die verslijten, zijn niet opgenomen in de garantie.
6. STAPPEN DIE ONDERNOMEN MOETEN WORDEN, WANNEER ER EEN FOUT
ONTDEKT WORDT
Als er tijdens de garantieperiode een fout ontdekt wordt, dan moet de klant meteen
contact opnemen met de erkende dienstverlener of verdeler. Hij dient daarbij mee
te delen om welk product het precies gaat (de typenaam en het serienummer kan
hij op de garantiekaart of het identificatieplaatje vinden), alsook wat er precies mis
mee is, waarbij hij zo specifiek mogelijk moet proberen te zijn, en in welke omstan-
digheden de fout zich heeft voorgedaan. Een andere voorwaarde om aanspraak
te kunnen maken op de garantie, is dat de klant op een betrouwbare wijze kan
aantonen dat de garantie nog steeds van kracht is (door het voorleggen van de
aankoopfactuur waarop het serienummer van het product vermeld wordt.
14