In gebruik nemen
Met de mixerstaaf (6) kunnen zacht fruit en gekookte groente worden gemalen
en kan babyvoeding of puree worden klaargemaakt. Grote stukken moet u eerst
snijden.
Reinigt u alstublieft voor gebruik alle onderdelen die met levensmiddelen in
contact komen, zoals beschreven in de sectie "Reiniging en onderhoud".
Bereid de gewenste levensmiddelen voor en doe de levensmiddelen in een
voldoende grote en hoge kom.
Zorg ervoor dat het apparaat niet is aangesloten op het lichtnet.
Plaats de mixerstaaf (6) onder op de koppeling van de motorunit (4) op het
symbool
(5) en draai deze met de klok mee naar symbool
(5), tot deze
tegenover elkaar staan
. De mixerstaaf (6) klikt hoorbaar op zijn plaats. De
mixerstaaf (6) moet stevig op het apparaat vastzitten en mag niet wiebelen of
losraken.
Selecteer met de snelheidsschakelaar (1) de gewenste snelheid, dit kunt u tijdens
gebruik nog veranderen.
Plaats de mixerstaaf (6) in het te bereiden product.
Voorzichtig: Tijdens het pureren kan het voedsel spatten. Om spatten te voorko-
men moet het onderste deel met het mes van de mixerstaaf (6) altijd volledig zijn
bedekt. Houd het apparaat bij vloeibare levensmiddelen iets schuin, dit zorgt voor
max.
een betere menging.
Wanneer u met hete te bereiden producten werkt, dient u op te letten dat u het
apparaat niet in de stoom houdt. Dit om condensvorming op de motorunit (4) te
voorkomen.
Bescherm de motorunit (4) en uw handen eventueel met een kleine schone
keukenhanddoek tegen de hete stoom. Veeg condens direct van het apparaat.
U steekt de stekker nu pas in het stopcontact.
Houd de kom met één hand vast en druk op de knop Aan/Uit
(2). De motor
begint te draaien.
Wanneer het door u te bereiden product de gewenste vloeibaarheid heeft, laat u
de Aan/Uit-knop
(2) los.
U kunt tijdens het pureren ook op de Turbo-knop (3) drukken, het apparaat draait
dan op de hoogste snelheid.
Wacht tot de motor en de mixerstaaf (6) stilstaan en neem de staaf dan uit de
kom.
Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat op een daarvoor
geschikte ondergrond legt.
30