De CD wordt niet geladen of uitgeworpen
Er zit al een CD in de autoradio.
• Verwijder de CD.
De CD is verkeerdom ingelegd.
• Leg de CD met het opschrift naar boven erin.
De CD is vervuild of defect.
• Maak de CD schoon of leg een andere CD in.
De temperaturen in de auto zijn te hoog.
• Wacht totdat de omgevingstemperatuur genor-
maliseerd is.
Condensatie op de laserlens
• Zet de autoradio een paar uur uit en probeer het
dan opnieuw.
Geen geluid
Het volume staat op minimum.
• Verhoog het volume.
De MUTE-functie is ingeschakeld.
MUTE
• Druk op de toets
zetten.
De snoeren zijn niet correct aangesloten.
• Controleer de snoerverbindingen.
Functietoetsen functioneren niet
Het apparaat heeft een storing.
• Druk op de toets RESET.
Het bediendeel zit niet goed.
• Controleer of het bediendeel correct zit.
De CD springt
De inbouwhoek is groter dan 30°.
• Corrigeer de inbouwhoek.
De CD is erg vuil of defect.
• Maak de CD schoon of leg een andere CD in.
Fouten bij zelfgebrande CD's
Controleer de zelfgebrande CD op een ander af-
speelapparaat.
Radio en/of automatisch opslaan van zenders
functioneert niet
Het antennekabel is niet correct aangesloten.
• Controleer of het antennekabel correct zit.
De signalen van de zender zijn te zwak.
• Stel de zenders handmatig in.
om het geluid weer aan te
Het zendergeheugen functioneert niet
De aansluiting 7 in het ISO-blok A (continuplus) is
niet correct aangesloten.
• Controleer de snoerverbindingen.
Neem hiertoe het hoofdstuk "Aansluiting"in acht.
Apparaat op USB-aansluiting functioneert niet
De USB-aansluiting is bedoeld voor apparaten die
volgens de USB-norm functioneren. Niet alle appa-
raten die te verkrijgen zijn komen aan deze norm
tegemoet. Mogelijk is een apparaat aangesloten
dat niet volgens de USB-norm functioneert.
• Sluit een apparaat aan dat volgens de USB-
norm functioneert.
Kaartlezer leest de kaart niet
De kaart is eventueel defect, vervuild of er niet
correct ingelegd.
• Controleer de kaart. Schuif deze met de zijde
met het opschrift naar rechts wijzend erin.
Reiniging
•
Reinig de behuizing en het bediendeel uitslui-
tend met een licht vochtige doek en een mild
afwasmiddel. Let erop, dat tijdens het reinigen
geen vocht in het apparaat binnendringt!
WAARSCHUWING!
Als er vocht in het apparaat komt, bestaat het
gevaar van een elektrische schok! Bovendien
kan het apparaat hierbij onherstelbaar be-
schadigd raken!
- 41 -