accessoires te wisselen, of de onderdelen
aan te raken die bewegen kunnen.
29.
Het
functionneren.
30.
WAARSCHUWING:
verwondingsgevaar bij verkeerd gebruik
van het apparaat.
31.
Het
voedingsmiddelen gebruiken.
32.
Nooit te grote, of nog verpakte
voedingsmiddelen gebruiken. Voor gebruik
al het verpakkingsmateriaal verwijderen
dat nog om de voedingsmiddelen zit.
33.
Geen pitten van vruchten in het
apparaat doen.
34.
Voor gebruik controleren dat de
opzetstukken goed vast- en vergrendeld
zitten.
35.
Eén opzetstuk per keer gebruiken, en
niet in het apparaat opstapelen.
apparaat
apparaat
niet
alleen
31
leeg
laten
voor