12. Ingebruikname
a) Aan-/uitschakelen
• Druk op ontspanknop aan/uit (8) om het product aan te zetten.
• Het product schakelt zichzelf na ongeveer 7 seconden inactiviteit automatisch uit.
b) Doellaser activeren / deactiveren
• Druk op toets
(2) om de doellaser aan te zetten. Bovenin het beeldscherm verschijnt de
laserindicator (B).
• Druk op toets
c) Metingen uitvoeren
• Houd de ontspanknop (8) ingedrukt en scan het oppervlak langzaam af. Richt de IR-sensor (9)
indien mogelijk loodrecht op het te meten oppervlak.
• Tijdens de meting knippert de indicator SCAN (C) bovenin het beeldscherm. In het midden van
het beeldscherm verschijnt de real-time meetwaarde (H). Onderin het beeldscherm verschijnt
de maximale gemeten waarde (I) van de meting die op dat moment wordt uitgevoerd.
• Zodra u de ontspanknop loslaat, verschijnt de melding HOLD (D) bovenin het beeldscherm.
De laatst geregistreerde meetwaarde wordt op het beeldscherm bevroren. Daarmee is de
lopende meting beëindigd.
• Als u nog een meting uit wilt voeren, wordt de maximale meetwaarde opnieuw bepaald.
Datzelfde geld voor de minimaal gemeten waarde.
d) Minimaal gemeten waarde aangeven
Druk eenmaal op de toets MODE (4) om onderin het beeldscherm de minimaal gemeten
waarde (I) van de lopende meting te laten zien.
om de doellaser uit te schakelen. De laserindicator dooft.
75