Bij het eerste gebruik, moet de filter gereinigd worden om het overbodige zand en de onzuiverheden die in het zand zitten te reinigen
en af te voeren.
Na die operatie zet u de klep op "FILTER" en zet u de pomp aan. De naald van de manometer duidt de nominale druk aan waaraan
de filter onderworpen werd. Dat debiet varieert in functie van het debiet van de pomp, de statische druk en het lastverlies te wijten
aan de leidingen.
Om deze nominale druk in het geheugen te bewaren, moet u aan de wijzerplaat van de manometer draaien en de blauwe naald
afstellen op de zwarte.
Na een bepaalde filterduur stellen wij een vermindering vast van de terugvoer. Deze debietdaling wordt veroorzaakt door de
progressieve vervuiling van de filter of de voorfilter van de pomp.
1°) De filterdruk is lager dan de blauwe naald: er moet overgegaan worden tot de reiniging van de voorfilter van de pomp en
de skimmermanden.
- Stop de pomp,
- Zet de zeswegklep in de stand "CLOSED",
- Sluit de aanzuigkleppen A, B, C, D (skimmers, bodempot) en de persklep E
- Haal alle vuil eruit door te reinigen onder de waterstraal,
- Plaats het mandje opnieuw op zijn plaats,
- Plaats het deksel opnieuw op de voorfilter en vergewis u ervan dat de dichting netjes op haar plaats zit en dat er water is om de
pomp aan te zuigen,
- Reinig de skimmermandjes.
- Zet de zeswegklep in de stand "FILTER",
- Sluit de aanzuigkleppen A, B, C, D (skimmers, bodempot) en de persklep E,
- Zet de pomp in werking,
- Ontlucht de filter.
Deze operatie moet minstens één keer per week worden uitgevoerd, na gebruik van de bodemzuiger die aan de zuigkant werkt.
2°) De filterdruk is hoger aan de groene zone: de filter moet gereinigd worden:
- Stop de pomp,
- Controleer de vervuiling van de voorfilter. (Als hij vervuild is, reinig dan zoals hierboven aangegeven),
- Zet de zeswegklep in de stand "BACKWASH",
- Open de klep 1/4 draai (F) aan de afvoer,
- Laat de motor draaien,
- Observeer de kleur van het water aan de troebelheidsverklikker van de zeswegklep.
Let wel, u moet enkele seconden wachten voor de reiniging begint (het water wordt erg troebel)
- Zodra het water aan de troebelheidsverklikker helder is, moet u de pomp afzetten.
- Zet de zeswegklep in de stand "RINSE",
- Zet de pomp tussen de 20 à 30 seconden in werking, zo wordt het vuil dat in de hoofdklep achterbleef verwijderd en wordt het
zand gestabiliseerd,
- Stop de pomp,
- Zet de zeswegklep in de stand "FILTER",
- Zet de pomp opnieuw in werking,
- Sluit de klep 1/4 draai (F) aan de afvoer.
Na deze reiniging moet de zwarte naald teruggekeerd zijn naar de naald van de nominale druk, d.h., de blauwe naald.
indien na een wasbeurt (of een eventuele tweede) de druk van de manometer niet daalt, doe dan een beroep op uw
installateur.
REINIGEN VAN DE FILTER
27/44
2011/01 - Indice de révision : B - Code : 0026730