TRANSPORT
Als de ventilator moet worden
opgehezen, is het noodzakelijk om
hem op te hangen zoals
op de afbeelding wordt
getoond, d.w.z. dat u
altijd de ogen op de kap
van de ventilator moet
gebruiken. Als er een
kraan wordt gebruikt om
de ventilator op te tillen of
te laten zakken moet dit uiterst
voorzichtig gebeuren en moeten
de geldende veiligheidsvoor-
schriften in acht worden
genomen.
MONTAGEHANDLEIDING
De ventilator moet staande op een vlakke ondergrond van
beton, staal of gelijkwaardig materiaal worden gemonteerd,
zodat de voorgeschreven bevestigingskrachten gereali-
seerd kunnen worden. Aanbevolen bevestigingselementen:
trilvrije expansiebouten of gelijkwaardige bouten met een
sterkteklasse die overeenkomt met 5,0 kN. Als een stille
werking wordt verlangd, moet de ventilator op trillingsdem-
pers worden gemonteerd (zie de accessoires op de
volgende pagina).
N.B!
Bij gebruik binnenshuis moet de ventilator zo dicht mogelijk
bij de uitlaat in de kamer gemonteerd worden om zo
onderdruk in het kanaalsysteem te bewerkstelligen.
Voordat de ventilator wordt gemonteerd eerst controleren
of deze tijdens het transport is beschadigd.
1. De ventilator moet exact te lood op de ondergrond
worden gemonteerd met behulp van een waterpas.
Schroef de bevestigingsbouten gelijkmatig vast.
2. Monteer de inlaat- en uitlaatmoffen.
3. Om geen trillingen op het kanaalsysteem over te
dragen, wordt geadviseerd om schokdemperverbindingen
(accessoires) te gebruiken, zoals in de afbeelding wordt
getoond.
4. Monteer de kanalen.
NEDERLANDS
ELECTRISCHE INSTALLATIE
De ventilatormotor kan rechtstreeks op het elektriciteits-
net worden aangesloten.
De ventilator moet altijd worden uitgerust met een veilig-
heidsschakelaar. Deze schakelaar of een afzonderlijke
schakelaar moet zijn voorzien van een beveiliging tegen
overbelasting voor de ventilatormotor in de drie fasen.
Tijdens de eerste bedrijfsperiode moet er gecontroleerd
worden of alle schroefverbindingen goed vastzitten.
4
5
1
2
230V D
400V D
GEBRUIK BUITENSHUIS
Ventilator en motor zijn voorzien van afvoergaten en zijn
afgestemd op gebruik buitenshuis of onder andere om-
standigheden waarbij vocht of condens kan ontstaan.
Opdat er geen regen of sneeuw het ventilatorhuis binnen-
dringt, moet de uitlaatopening worden beschermd met
een kap of een 90°-bochtstuk.
De veiligheidsklasse van de ventilatormotor is IP 54,
hetgeen inhoudt dat deze stof- en spatwaterdicht is.
Indien de ventilator wordt blootgesteld aan extremere
klimatologische omstandigheden, moet deze binnen
worden geplaatst.
Schokdemper-
verbinding
Schokdemper-
Trillings-
verbinding
dempers
6
4
5
6
1
2
3
3
Motorspanning
400V Y
690V Y
18
230/400
400/690