Nederlands (Vertaling van de originele instructies)
BESTURING AFSTELLEN
Zie afbeelding 4.
Stel de stuurspanningsknop (15) zo af dat hij voldoende
spanning levert zodat de motor vrij kan lopen, maar
toch op zijn plaats kan blijven hangen zonder te worden
vastgehouden, of span de knop aan en vergrendel de
motor in een voorafgestelde positie zodat u de handen vrij
hebt om te vissen.
BEDIENING
HEF-/KANTEL HANDGREEP
Zie afbeelding 5-6.
Deze motor biedt naar keuze vijf snelheden vooruit en drie
achteruit. De snelheidsregelaar kan in beide richtingen,
zowel voorwaarts als achterwaarts, worden bediend.
■ Draai de hef-/kantel handgreep (1) tegen de richting
van de wijzers van de klok vanuit O (off) om de
snelheid achteruit te verhogen.
■ Draai de hef-/kantel handgreep (1) in de richting van
de wijzers van de klok vanuit O (off) om de snelheid
vooruit te verhogen.
De stuwkracht neemt af naarmate u vanuit beide richtingen
dichter bij de O komt. De nummers die op de hef-/kantel
handgreep zijn afgedrukt geven een percentage van de
maximale stuwkracht weer.
De hef-/kantel handgreep wordt in de onderste stand
verscheept. Trek de handgreep stevig naar boven zodat
deze in de horizontale stand komt. De handgreep heeft
vijf beschikbare standen: 45° naar beneden, horizontaal,
15°, 30° en 45° naar boven. De handgreep vergrendelt
in de horizontale stand, maar kan naar beneden worden
gekanteld door op de ontgrendelknop (16) linksonder het
handgreepscharnier te drukken.
WAARSCHUWING
Gebruik de motor nooit als deze zich niet in het water
bevindt.
BATTERIJ
12 V BATTERIJ INFORMATIE
OPMERKING: Batterij afzonderlijk verkocht.
De motoren werken met eender welke 12V-marine
diepcyclusbatterij.
Voor de beste resultaten is het aangewezen om een
diepcyclusbatterij met een minimumvermogen van 105
ampère te gebruiken. Over het algemeen verbruikt uw
12V-motor op het water een ampère per uur voor elke
pond stuwkracht die wordt geleverd als de motor met
een hoog toerental draait. De huidige ampère-afname
hangt af van uw specifieke omgevingsvoorwaarden en de
bedrijfsvereisten.
Berg de batterij altijd volledig opgeladen op als deze niet
wordt gebruikt. Het batterijleven wordt verlengd door de
batterij op te laden telkens ze is gebruikt of elke twee
weken als ze niet wordt gebruikt. (Gebruik een lamptimer
en laad elke dag 1 uur op, zelfs als de batterij niet wordt
gebruikt aangezien dit helpt om het batterijniveau op peil
te houden).
OPMERKING: Laad de batterij langzaam volledig op en
gebruik geen snelle lader aangezien dit de levensduur van
de batterij verkort.
Als
u
een
zwengelbatterij
benzineaangedreven buitenboordmotor te starten is het
sterk aangewezen om een afzonderlijke batterij voor
de trollingmotor te gebruiken om te verzekeren dat er
voldoende startvermogen voor de benzineaangedreven
motor aanwezig is.
BATTERIJMETER
Zie afbeelding 7.
De LED geeft een nauwkeurig beeld van de overblijvende
batterijlading weer. De LED's lichten uitsluitend op als de
motor zich in de ON-stand bevindt. De meter kan als volgt
worden afgelezen:
■ Vier lampjes wijzen op volledige lading.
■ Drie lampjes wijzen op een goede lading.
■ Twee lampjes wijzen om een lage lading.
■ Een lampje wijst op de noodzaak tot herladen.
BATTERIJVERBINDING
12 V-systemen
■ Verbind de positieve (+) rode leiding met de positieve
(+) batterijterminal.
■ Verbind de negatieve (-) zwarte leiding met de
negatieve (-) batterijterminal.
OPMERKING: Als u een looddraden zekering installeert,
dient u rekening te houden met de correcte polariteit en de
instructies in de gebruiksaanwijzing van de bootfabrikant
te volgen.
23
gebruikt
om
een