NL
5.
Enkele haak
6.
Spiegel
7.
Videokabel
8.
Voedingsindicator
9.
Handeenheid met LCD
10. Batterijklepje
11. Video-uitgang
AFB. 1
AANWENDING
BATTERIJEN PLAATSEN
1.
Verwijder het batterijklepje.
2.
Verwijder de batterijhouder uit het
handgreepgedeelte. Plaats vier nieuwe
AA-batterijen met de polariteit zoals die in
het batterijvakje wordt aangegeven.
3.
Plaats het batterijklepje terug.
AFB. 2
DE FLEXIBELE SLANG AANSLUITEN
Zet de connector op de slang in de aansluiting
op het handgreepgedeelte en duw deze in
de aansluiting. Druk niet te hard. Draai de
schroefhuls met de klok mee om de aansluiting
te vergrendelen.
1.
Duw de connector in de aansluiting
AFB. 3
2.
Draai de schroefhuls vast.
AFB. 4
HULPSTUKKEN MONTEREN
Alle meegeleverde accessoires – spiegel,
haak en magneet – worden zoals hieronder
aangegeven op het product gemonteerd.
1.
Haak vast in het gat.
AFB. 5
28
2.
Schuif de rubberen ring eroverheen.
AFB. 6
FUNCTIEKNOPPEN
A. Contrast
B. Helderheid
C. Draaien/spiegelen van het beeld
D. Schakelaar
AFB. 7
VIDEO-UITGANG
Steek de videokabelconnector in de video-
uitgang (11) van het beeldscherm en sluit
het andere uiteinde van de kabel aan
op de video-ingang van een compatibel
weergaveapparaat. Het beeld op het display
wordt met hoge kwaliteit overgebracht naar
het weergaveapparaat.
CAMERA AANZETTEN
1.
Houd de aan/uit-schakelaar (D) ongeveer
3 seconden ingedrukt om de camera in te
schakelen. Het indicatielampje (8) licht op
en de display wordt geactiveerd.
2.
Verplaats de flexibele slang voorzichtig
naar de gewenste positie en vorm hem.
Hij kan naar wens worden gevormd
voor inspectie van moeilijk bereikbare
plaatsen.
3.
De accessoires kunnen worden gebruikt
om kleine voorwerpen te lokaliseren en
op te pakken.
BEELD SPIEGELEN
Tijdens realtime-weergave kan het beeld
worden gespiegeld met functieknop "C".
1.
Normaal
2.
Gespiegeld
3.
Normaal ondersteboven