Schuif eerst het wiel en vervolgens het ringetje over de as, steek dan de splitpen door het
3.
gaatje in de as en buig één uiteinde van de splitpen om. Plaats de wieldop op het wiel. Die
hetzelfde met het andere wiel.
4 – Gebruik
Til de duwbeugel op tot de beide knoppen op het draaimechanisme naar buiten schieten ter
vergrendeling.
Sluit het ene eind van de aanvoerslang aan op de inlaat van de haspel en het andere einde
op een kraan. Draai de kraan open.
Trek de slang uit tot de gewenste lengte. Wanneer u nu de spuitkop opendraait zal hij water
gaan geven. Door verder te draaien regelt u de straal. U kunt aan het werk!
Wanneer u de sproeiwerkzaamheden wilt stoppen, draait u de spuitkop weer dicht.
Loop nu met de spuitkop terug naar de slanghaspel en draai de kraan dicht. Draai de
spuitkop open om water te laten ontsnappen.
Ontkoppel de aanvoerslang van de kraan en hang hem in de slanghouder.
Ga nu achter de haspel staan, met uw handen op de duwbeugel en wind de slang op door
voortdurend op het voetpedaal te trappen. Zet het slangeind tenslotte met de stopbal vast op
de haspel.
5 – Opslag, Reiniging en Onderhoud
Wanneer de haspel niet in gebruik is dient de watertoevoer ontkoppeld te zijn. Laat
resterend water ontsnappen door de spuitkop open te draaien. Wanneer u de slang langere
tijd niet gebruikt, zorg dan dat er zich geen water meer in de slang bevindt.
Stel uw haspel nooit bloot aan vorst, zeker niet wanneer er zich mogelijk nog water in de
slang bevindt!
Wanneer u hem niet gebruikt verdient het
aanbeveling uw haspel op een droge plaats
binnenshuis op te ruimen, zeker buiten het
seizoen. De duwbeugel kan worden ingeklapt.
Als de slang erg vuil is, reinig hem dan vóórdat
u hem de haspel weer in laat lopen door hem
met een (evt. iets vochtige) doek af te nemen.
Zorg er wel voor dat de slang droog is
wanneer u hem opwindt.
Ook de omkasting kunt u zonodig met een vochtige doek schoonmaken. Gebruik daarbij
geen agressieve schoonmaakmiddelen of chemikaliën, die tasten het materiaal aan! Dompel
nooit (delen van) de haspel in water!
6 – Waarschuwingen en tips
Voer uitsluitend schoon water door slang en haspel; géén chemikaliën of andere stoffen.
Trap niet op het voetpedaal terwijl u de slang uittrekt.
Trek de slang gelijkmatig en rustig uit. Als u de slang niet uit kunt trekken, controleer dan of
het voetpedaal wel omhoog staat en of er geen knik of draai in de slang zit.
Leg, voor u de slang oprolt, de spuitkop naast de haspel.
Als u het voetpedaal niet verder in kunt trappen, controleer dan of de slang niet te strak of
erg onregelmatig is opgerold. Ontrol hem een aantal meters en probeer het opnieuw.
7 - Technische gegevens
Lengte
Model
slang
Easywinder
30 m.
Materiaal
Materiaal
slang
kast
PVC
PP
4
Max.
Water-
druk
temp.
10 bar
0-45°C
Kraan-
Inw. Ø slang
aansluiting
½" (12mm)
¾" bi.dr.