• Met de snelheidsregeling kunt u de zaagsnel-
heid van het zaagblad instellen (zie fig. D1).
• Volg altijd de aanwijzingen op de verpakking
van de zaagjes op voor het juiste toerental.
• Als algemene richtlijn voor de snelheid geldt:
- laag toerental: staal, zachte materialen.
- middelmatig toerental: hardhout, plastic,
perspex, non-ferro metalen
- hoog toerental: zacht hout, multiplex
(begin bij het plaatsen op het werkstuk
eventueel met een iets lagere snelheid).
• U kunt het toerental tijdens het gebruik
verhogen of verlagen.
Pendelstand instellen (fig. D2)
• U kunt de pendelbeweging tijdens het ge-
bruik wijzigen.
• Met de pendelinstelknop in de stand 0 be-
weegt het zaagje alleen op en neer.
• Hoe hoger de pendelstand 1-2-3, hoe groter
de zaagbladuitslag (zie fig. D2). Het zaagje
beweegt dan zowel op en neer als naar
voren en terug.
Parallelgeleider aanbrengen (fig. C2)
• Gebruik de zeskantsleutel om de klembouten
los te draaien (zie fig. C2-1).
• Steek vervolgens de parallelgeleider door de
opening (zie fig. C2-2) en draai vervolgens de
bouten met de zeskantsleutel weer vast (zie
fig. C2-3).
• De bouten hoeven niet al te stevig te worden
vastgedraaid, doch voldoende om de paral-
lelgeleider niet uit de houder te doen glijden.
Controleer daarom eerst met de hand of de
parallelgeleider goed vast zit voordat u met
het werk begint.
Stofafzuiging (fig. F)
• Het zaagsel wordt niet automatisch afgezo-
gen. Desgewenst kunt u een stofzuigerslang
aansluiten op de stofafzuigaansluiting.
• U kunt de machine zowel met als zonder
stofzuigeraansluiting gebruiken. De adapter
is eenvoudig te verwijderen en terug te
schuiven (zie fig. F).
• Gebruik alleen een alleszuiger met speciaal
filter. Zaagstof kan na het zagen heet zijn
en is zeer fijn. Het kan daarom een gewone
huishoudstofzuiger beschadigen of spontaan
in brand zetten. Vooral wanneer het stof is
NL - Originele gebruiksaanwijzing
vermengd met resten lak, polyurethaan of
andere chemische stoffen die na langdurige
werkzaamheden heet zijn.
• Voor een juiste aansluiting verwijzen wij
naar de gebruiksaanwijzing en hulpstukken
van uw alleszuiger.
Gebruik van de laser (fig. D4).
• De laser werkt alleen indien de machine op
het lichtnet is aangesloten.
• Schakel de laser in door middel van de
laserschakelaar. De laser zal een straal
projecteren op het werkstuk die de zaags-
nede aangeeft (zie fig. D4). Bij 0º zou komt
de zaaglijn overeen met de kleine inkeping
vooraan de bodemplaat.
• Plaats de machine op het werkstuk met de
laserlijn op de zaaglijn.
• Schakel de machine in.
• Vooral bij het zagen uit vrije hand (zonder
geleiding) is de laser een uitkomst. Teken de
zaaglijn af op het hout en houd de laserlijn
tijdens het zagen voortdurend geprojecteerd
op de tekenlijn.
• Schakel na het zagen de laser uit om te voor-
komen dat de laser bij het volgende gebruik
ongewenst inschakelt.
Aanwijzingen voor het gebruik
• Let op! Houd de machine altijd met 2 han-
den vast. Zodra het werkstuk is doorgezaagd
kan de decoupeerzaag door de kracht die u
erop uitoefent doorschieten.
• Let op! Zet het te zagen werkstuk goed
vast, bij voorkeur in een vast gemonteerde
bankschroef of werkbank. Het zaagje brengt
trillingen over op het werkstuk dat daardoor
in een ongewenste richting kan wegschieten.
• Deze decoupeerzaag is bedoeld om hout,
kunststof, metaal, non-ferro metalen, kera-
miek en rubber te zagen. Hout zaagt u op
hoge snelheid en metaal op lage snelheid
(zie ook "aan/uitzetten en toerentalrege-
ling")
• Gebruik altijd het juiste zaagje voor het juis-
te materiaal. Het gebruik van het verkeerde
zaagje kan uw materiaal en zelfs ook de
machine beschadigen.
• Gebruik voor nauwe bochten bij voorkeur
smalle zaagjes.
14