8. Opstelling
De installatie van het apparaat mag uitsluitend door een vakman worden uitgevoerd die ver-
trouwd is met de gevaren en relevante voorschriften. Het product mag alleen onderhouden, be-
diend en in gebruik genomen worden door personen die overeenkomstig gekwalificeerd zijn.
Houd bij de keuze van een plaats van opstelling rekening met het feit, dat schokken, trillingen,
stof, koude, hitte en vochtigheid vermeden moeten worden. Er mogen bovendien geen sterke
transformatoren of motoren in de buurt van het apparaat zijn.
Zorg bij de opstelling van het apparaat dat de netaansluitkabel niet worden afgekneld of door
scherpe randen worden beschadigd.
U mag voor de montage van het product geen bijkomende gaten of schroeven in de behuizing
boren of vastschroeven. Hierdoor kunnen onder spanning staande onderdelen bloot komen te
liggen.
Gebruik het apparaat niet op brandbare oppervlakken of in de buurt van brandbare voorwerpen.
Houd steeds een afstand aan van minstens 3 m tot brandbare of explosieve voorwerpen.
Let er op, dat de mistuitgangsopening niet wordt gericht op personen, dieren of open vuur. De
uittredende, hete mist kan leiden tot brandwonden (zorg voor een veiligheidsafstand van min-
stens 5 m).
Zorg voor voldoende ventilatie van het apparaat, houd een afstand van 0,5 m rond het apparaat
vrij, en dek de ventilatieopeningen niet af.
Plaats het apparaat nooit op een instabiele ondergrond. Door het vallen ervan kunnen personen
letsel oplopen.
Het apparaat moet horizontaal worden gehouden zodat de tank bij het vullen en tijdens het
bedrijf niet kan uitlopen.
Het apparaat moet buiten handbereik van personen worden opgesteld. Als de mistmachine op
een hogere plaats wordt opgesteld, dan mag het gebied onder de opstelplaats niet betreden
worden (gevaar op uitglijden en letsels door de hete mistvloeistof en haar resten).
Tijdens montage- en servicewerkzaamheden dient het gebied onder de plaats van opstelling
afgesloten te zijn.
Het opstel-/montageoppervlak of de montage-inrichting dient zo geconstrueerd te zijn dat deze
minstens 1 uur lang de 10-voudige werkbelasting zonder blijvende schadelijke vervorming kan
doorstaan.
Het toestel dient bovendien bij een hoge montage door een tweede veiligheidsophanging te
worden geborgd, die onafhankelijk is van de eigenlijke montage-inrichting. Bij fouten van het
hoofdophangsysteem mogen er geen onderdelen van de installatie naar beneden vallen.
Bij de opstelling en montage moet worden voldaan aan alle wettelijke bepalingen, van kracht
in het betrokken land.
56