De handschoenen kunnen bescherming bieden tegen weersinvloeden
zonder de vereiste vingervlugheid van de drager voor het gebruiken van
de bedieningselementen van de motor onnodig te beperken. Bovendien
kunnen de handschoenen bij een valpartij de handen en polsen van de
drager tot op zekere hoogte tegen mechanische invloeden beschermen.
De specifieke gevaren bij motorongelukken bestaan enerzijds uit
valpartijen met de motor en anderzijds uit botsingen met andere
voertuigen of met vaste objecten aan de kant van de weg. Bovendien
brengen mechanische belastingen en schaafwonden door valpartijen
risico op letsel met zich mee.
Denk eraan dat bij het motorrijden het complete lichaam moet worden
beschermd, dus draag een overeenkomstige uitrusting van hoofd tot
voeten (helm, jack, broek, handschoenen en laarzen).
2.2 | Beperkingen
Deze handschoenen bieden geen bescherming tegen chemicaliën,
extreme hitte, open vuur, extreem lage temperaturen en andere risico's
en gevaren die niet in deze gebruiksaanwijzing staan vermeld.
Geen enkel persoonlijk beschermingsmiddel (PBM) kan onbeperkte
bescherming bieden tegen de risico's van een valpartij of een ongeluk.
Geen enkele handschoen kan handletsel 100% uitsluiten. Motorrijden
is in feite een gevaarlijke activiteit en het gebruik van dit PBM kan niet
garanderen dat ernstig persoonlijk letsel wordt voorkomen.
3 | Gebruik
3.1 | De keuze van de juiste handschoenen:
Een overzicht van alle aangeboden handschoen-maten vindt u aan het
einde van deze gebruiksaanwijzing.
De handschoenen moeten nauw om de handen aansluiten en alle
sluitingen moeten veilig zijn vastgemaakt. U kunt het beste controleren
hoe de handschoen aanvoelt door met uw handen het stuur van een
motor vast te pakken. U moet geen onprettig strak gevoel bij de vingers,
vingertoppen, de bovenkant van de hand of de binnenkant van de hand
voelen; ook moet u niet het gevoel hebben dat de handschoen te losjes
zit. De vingertoppen moeten aan de voorkant niet tegen de handschoen
stoten, maar de afstand moet ook weer niet zo groot zijn dat het
gripgevoel wordt beperkt. Alle bedieningselementen moeten zonder
belemmering kunnen worden bediend.
3.2 | Het juist vastmaken van de handschoenen
De handschoenen zijn voorzien van een of twee klittenbandsluitingen die
zich op de pols en/of het manchet bevinden. Deze klittenbandsluitingen
moeten zo strak mogelijk worden aangetrokken, zonder dat ze gaan
knellen. Het mag niet mogelijk zijn de handschoenen uit te trekken
zonder eerst de klittenbandsluiting te openen. De handschoenen moeten
zodanig over of onder de mouwen van het jack worden gedragen dat
de mouwen en manchetten elkaar overlappen en bij een valpartij zo
mogelijk niet van elkaar kunnen schuiven. (Let hier ook op als u een jack
koopt.)
4 | Doelmatig gebruik
4.1 | Veiligheidscontrole
De volgende aanwijzingen moeten altijd in acht worden genomen, want
alleen hierdoor kan het oorspronkelijk beschermend vermogen van de
handschoenen worden gegarandeerd: Gebruik voor het reinigen nooit
oplosmiddelen of agressieve substanties. Een verontreiniging met niet-
toegestane substanties en onjuist onderhoud kunnen de eigenschappen
aanzienlijk aantasten en het beschermend vermogen van de
handschoenen verminderen. De handschoenen mogen niet worden
geverfd of van stickers worden voorzien. Wijzigingen van het product,
hoe klein ze ook zijn, zijn verboden. Ook het overdreven verdraaien en/of
buigen (bijv. uitwringen van de handschoen) vormen een ondoelmatige
behandeling, omdat het product niet voor dergelijke belastingen
is ontwikkeld. Elk van de hierboven beschreven ondoelmatige
behandelingen kan leiden tot een aantasting van de beschermende
werking, en in het ergste geval zelfs tot het verlies van de beschermende
eigenschappen.
Bij een onjuist gebruik accepteert Detlev Louis Motorrad-Vertriebs-
gesellschaft mbH (Zwitserland: Detlev Louis AG) geen claims voor
schadevergoeding of reparaties.
Vóór elk gebruik moeten de handschoenen op gaten, scheuren e.d.
worden gecontroleerd. Als u een beschadiging van de handschoenen
ontdekt, moet u ze vervangen. Zorg er eveneens voor dat de
knokkelprotectoren onbeschadigd zijn en veilig op de handschoenen zijn
bevestigd. Controleer of de klittenbandsluitingen niet verontreinigd zijn,
veilig hechten en juist sluiten. Als de handschoenen of delen ervan de
eerste slijtageverschijnselen vertonen, moet u ze direct vervangen.
Bij een valpartij en/of botsing kunnen belangrijke componenten van de
handschoenen worden beschadigd, zodat ze niet langer de hierboven
beschreven beperkte bescherming kunnen bieden. Het kan gaan om
beschadigingen die met het blote oog niet te zien zijn. Vervang de
handschoenen daarom na elke valpartij.
30
31