b) Een IR-meting uitvoeren
• Om de camera in te schakelen, drukt u de aan-/uit-knop gedurende twee à drie seconden.
• Het warmtebeeld wordt met verkeerde kleuren weergegeven. De meting wordt continu
uitgevoerd met een updatesnelheid van 9 Hz.
• De kleurenschema's, de temperatuureenheid en het emissieniveau kunnen naar wens in het
instellingenmenu worden ingesteld. Vooraf ingestelde waarden zijn kleurenschema 1, graden
Celsius en een emissieniveau van 0,95.
• Het display (5) toont de gemeten waarde voor het midden van de afbeelding.
• Schakel het meetinstrument uit zodra de meting is voltooid.
c) De scherminhoud opslaan
• IR-warmtebeelden of screenshots van meetwaarden kunnen worden opgeslagen op de
verwijderbare micro SD-geheugenkaart. De afbeeldingen worden opgeslagen in bitmap-
formaat (.bmp) en kunnen door alle grafische en tabelbewerkingsprogramma's worden
hergebruikt. Hierdoor kunnen meetseries worden gelogd.
• Schakel het meetinstrument in.
• Zorg dat er een geheugenkaart is geplaatst.
• Voer een meting uit. Gebruik de trigger-knop (6) om de gewenste afbeelding op te slaan.
• Het meetinstrument creëert een afzonderlijke map met de naam "Foto's" op de geheugenkaart.
De gegevens op de geheugenkaart kunnen worden gelezen door het meetinstrument of een
computer via een optionele geheugenkaartterminal aan te sluiten.
d) Automatische uitschakeling
Het apparaat gaat automatisch uit na een vooraf ingestelde tijd. Deze functie beschermt de
batterijen en verlengt de levensduur ervan. De automatische uitschakelfunctie kan worden
uitgeschakeld om langere metingen mogelijk te maken.
De automatische uitschakeling kan worden ingesteld in de systeeminstellingen via het
menupunt "AutoOff".
60