12
NL
– Lijn de blaasbuis (5) uit met het mondstuk van de mo-
tor en duw ze stevig aan, om ze stabiel te bevestigen.
OPMERKING
het platte deel van het blaasmondstuk naar het terrein
gericht is.
• Om de blaasbuis (5) te verwijderen, drukt men op het
lipje (6) onderaan.
2. GEBRUIK ALS BLAZER (Afb. 2)
• Verwijder het veiligheidsrooster (indien dit voordien
aangebracht werd) door de werkzaamheden voor de
montage in de omgekeerde volgorde uit te voeren.
Vervolgens:
– Lijn de opening van de eerste buis (1) uit met het
uitsteeksel (2) van de tweede zuigbuis en duw deze
5. VOORBEREIDING
1. CONTROLE VAN DE MACHINE
LET OP!
niet aangesloten is op het stopcontact.
Alvorens de machine te gebruiken, is het noodzakelijk:
– te controleren of de spanning en de frequentie van het
elektriciteitsnet overeenkomen met wat aangegeven
is op het "Typeplaatje" (zie hoofdstuk 1 - 2.7);
– controleer of de hendel van de schakelaar vrij kan
bewegen, zonder forceringen, en of hij, wanneer hij
losgelaten wordt, automatisch en onmiddellijk weer
naar de neutrale positie terug keert;
– te controleren of de doorgangen voor de koelingslucht
niet verstopt zijn;
– te controleren of het voedingssnoer en het verleng-
snoer niet beschadigd zijn;
– te controleren of de handgrepen en beschermingen
van de machine schoon en droog zijn, correct ge mon-
teerd zijn en stevig vastzitten op de machine;
– te controleren of de machine geen sporen van slij-
tage of beschadiging vertoont die te wijten zijn aan
stoten of andere oorzaken en de nodige reparaties
te verrichten.
– bij gebruik als zuiger, moet men nagaan of de
opvangzak integer en goed gesloten is, en of de
ritssluiting correct werkt;
– de toebehoren al naargelang de soort werking (bla-
zen of zuigen) klaarmaken en controleren of ze
correct bevestigd zijn;
VOORBEREIDING VAN DE MACHINE / VOORBEREIDING
De montage is correct wanneer
Zorg ervoor dat de machine
stevig aan, zodat de twee buizen stevig vast zitten.
– Breng het bovenste deel (met handgreep) van de
eerste buis (1) aan op de aandrijfeenheid (3), richt het
zoals aangegeven en verdraai het met de klok mee in
de richting van de bevestigingsschroef; draai de
schroef aan tot het systeem volledig vast zit.
– Lijn de verlengbuis van de zak (6) uit met het mond-
stuk van de motor en duw ze stevig aan, om ze stabiel
te bevestigen.
– Bevestig de gesp (/) van de zak aan de verbinding (8)
op de tweede buis.
• Om de zak te verwijderen, druk op het lipje (9) on-
deraan de verbindingsbuis en maak de gesp (7) los.
2. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
GEVAAR!
niet samen.
– De elektrische kabels worden altijd in droge om
standigheden gehanteerd en aangesloten.
– Breng een elektrisch stopcontact of kabel nooit
in contact met een natte zone (plas of vochtige
ondergrond).
– Het apparaat wordt gevoed met een differentiaal
schakelaar (RCD– Residual Current Device) met
een ontzekeringsstroom van max. 30 mA.
De verlengsnoeren moeten van goede kwaliteit zijn,
m.a.w. niet minder dan het type H07RN-F of H07VV-F
met een minimale doorsnede van 1,5 mm
ximaal aanbevolen lengte van 30 m.
Laat het snoer tijdens het werken niet opgerold, om te
voorkomen dat hij oververhit raakt.
GEVAAR!
om het even welk elektrisch apparaat op het elek
triciteitsnet van het gebouw moet uitgevoerd wor
den door een gekwalificeerd elektricien, conform
de geldende wetgeving. Een niet correct uitge
voerde aansluiting kan ernstige persoonlijke let
sels veroorzaken en zelfs de dood tot gevolg heb
ben.
Vocht en elektriciteit gaan
en een ma-
2
De blijvende aansluiting van