de informatie omtrent de verwijde-
ring van afgedankte accu's in acht
te nemen.
10. Bij overbelasting en oververhitting
wordt het toestel om veiligheidsre-
denen uitgeschakeld door de geïn-
tegreerde veiligheidsuitschakeling.
Let op! Bedien niet meer de AAN/
UIT-schakelaar als de veiligheids-
uitschakeling het toestel heeft uit-
geschakeld. Daardoor kan schade
aan de accu worden berokkend.
11. Gebruik enkel originele accu's. Het
gebruik van andere accu's kan lei-
den tot letsel, explosie en brandge-
vaar.
Gevaar!
Als de netaansluitleiding van dit appa-
raat beschadigd wordt, dan moet hij
door de fabrikant of diens klantendienst
of door een gelijkwaardig gekwalifi -
ceerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
Aanwijzingen omtrent het laadtoe-
stel en het laden
1. Neem de gegevens in acht die ver-
meld staan op het kenplaatje van
de lader. Sluit de lader enkel aan
op de netspanning vermeld op het
kenplaatje.
2. Bescherm de lader en de kabel
tegen beschadiging en scherpe
kanten. Beschadigde kabels dienen
onmiddellijk door een elektrovak-
man te worden vervangen.
3. Laadtoestel, accu's en accutoestel
buiten bereik van kinderen houden.
4. Geen beschadigde laadtoestellen
gebruiken.
5. Gebruik de bijgeleverde lader niet
voor het laden van andere accutoe-
stellen.
TCAS_12_Li_EX_BE_SPK7.indb 48
TCAS_12_Li_EX_BE_SPK7.indb 48
NL
6. Bij een fl inke belasting wordt de
accupack warm. Laat de accupack
voor begin van de laadbeurt afkoe-
len op kamertemperatuur.
7. Accu's niet overladen!
Neem de maximale laadtijden in
acht. Deze laadtijden gelden alleen
voor ontladen accu's. Herhaalde-
lijk insteken van een geladen of
gedeeltelijk geladen accu heeft
overlading en beschadiging van de
cellen tot gevolg. Accu's niet meer-
dere dagen in het laadtoestel laten
zitten.
8. Gebruik en laad nooit accu's
waarvan u vermoedt dat de laat-
ste oplading van de accu langer
dan 12 maanden geleden is. De
accu is dan hoogstwaarschijnlijk
reeds beschadigd (diepe ontla-
ding).
9. Laden bij een temperatuur van
onder 10° C leidt tot chemische be-
schadiging van de cel en kan brand
veroorzaken.
10. Gebruik geen accu's die tijdens het
laden warm zijn geworden omdat
de accucellen gevaarlijk zouden be-
schadigd kunnen zijn.
11. Gebruik geen accu's meer die tij-
dens het laden opgezwollen of van
vorm veranderd zijn of die ongewo-
ne symptomen vertonen (uitgassen,
sissen, kraken enz.)
12. Ontlaad de accu niet helemaal
(aanbevolen ontlaaddiepte max.
80%). Volledige ontlading leidt tot
vroegtijdige veroudering van de ac-
cucellen.
13. Batterijen nooit onbeheerd laden!
- 48 -
16.09.15 10:56
16.09.15 10:56