noorden, alsmede 16 kardinale punten. De buitenste
rand van het scherm bestaat uit 16 pijlen die het noorden
grafisch weergeven. Het laatste verlichte segment geeft
het noorden aan, zoals hieronder weergegeven.
HET KOMPAS BEKIJKEN
Druk COMPASS om naar de kompasmodus te gaan.
NB Het kompasscherm is gedurende 30 seconden te zien.
Hierna zal het scherm terugkeren naar de vorige modus.
NB Controleer altijd uw richting in de buitenlucht, niet
in gebouwen, tenten, grotten, etc.
NB Het aflezen van het kompas moet uit de buurt van
magnetische materialen gebeuren. Blijf uit de buurt
van magnetische objecten, hoogspanningskabels,
luidsprekers, elektrische motoren, etc.
KOMPASSENSOR KALIBREREN
Voordat u het kompas voor het eerst gebruikt, raden wij
u aan de kompassensor te ijken.
Om de kompassensor te ijken:
1. Druk COMPASS om naar de kompasmodus te gaan.
2. Houd COMPASS ingedrukt om in te stellen.
3. Druk ALT / + of BARO / - om naar de ijkmodus te gaan.
4. Druk op TIME om het ijken van het kompas te beginnen.
7