3. Installatie-instructies
A
Belangrijk: De sensor-kabel heeft veiligheidslaagspanning (SELV). Installatie-
voorschriften conform VDE 0100 in acht nemen.
Aansluiting sensor :
uit zicht-installatie (afbeelding A):
Voor uit zicht-installatie van de sensor-kabel geschikt type kabel kiezen.
Advies: telefoonkabel J-Y(ST)Y 2x2x0,6 mm. De aders van de sensor-kabel worden
door een isolatiekous (leveringspakket opzetmodules met sensor-meting) geleid. De
kabel wordt vervolgens, samen met de isolatiekous, door de kabeldoorvoer
timermoduul gestoken en door het kabelkanaal
De isolatiekous dient de aders vanaf de uitwendige kabelisolatie tot aan de aansluitklem
B
te omsluiten. De aansluitklem (leveringspakket opzetmodules met sensor-meting) wordt,
overeenkomstig de afbeelding, in het timermoduul gemonteerd.
In zicht-installatie (afbeelding B):
De sensor-kabel
opening
vervolgens rechtstreeks door het kabelkanaal naar de aansluitklem
De kabel dient precies in het kabelkanaal te liggen en mag niet met lussen naar het
230 V aansluitcompartiment lopen.
20
naar de aansluitklem
wordt achter de draagplaat (tussen wand en draagplaat) door de
in het kabelkanaal
van het timermoduul gestoken. De kabel wordt
van het
doorgetrokken.
doorgetrokken.
Sensor-kabel overeenkomstig nevenstaand schema aansluiten.
Aanduiding van de kabeladers:
Sensor:
'aarde'= gemarkeerd
Adapter, verlengkabel:
'schemering'= gemarkeerd
'aarde'= middelste kabel
Het schakelklok-inzetmoduul kan alleen in combinatie met het schakelklok-
opzetmoduul met timerfunctie worden gebruikt.
Het schakelklok-inzetmoduul
wordt in een verzonken 60 mm wanddoos (advies:
diepe doos) gemonteerd.
De aansluitklemmen van het timermoduul dienen daarbij beneden te liggen.
Het opzetmoduul
wordt samen met het frame
op het inzetmoduul gestoken.
De elektrische contactering geschiedt via de steker
en
(Beschrijving, montage en aansluiting van het opzetmoduul, zie afzonderlijke
handleiding).
.
21