3.2.8
PC-software installeren
Voor het bedienen van de PC-software is kennis in de omgang met
een pc met Microsoft Windows een voorwaarde.
AANWIJZING
i
i
Voor de installatie moet de gebruiker beheerdersrechten voor
de pc hebben.
De pc moet voldoen aan de minimumeisen van de PC-
software "UCF Series". De minimumeisen staan aangegeven
op het etiket van de cd.
1. De cd in het cd-rom-station leggen.
2. In het venster dat vervolgens verschijnt de optie "PC-software
UCF Series" kiezen.
AANWIJZING
i
i
Als het venster niet wordt weergegeven, in de Explorer naar
het cd-rom-station gaan en het bestand "start.html" openen.
Dräger UCF 6000, UCF 7000, UCF 8000, UCF 9000
3. De aanwijzingen van de installatie-assistent opvolgen.
De benodigde programmaonderdelen worden in de geselecteerde
map geïnstalleerd en er wordt een koppeling in het menu Start
gemaakt.
Op het bureaublad wordt een snelkoppeling met de naam "PC-
Software UCF Series" gemaakt.
AANWIJZING
i
i
Dräger adviseert de standaardinstellingen bij de installatie
niet te wijzigen.
Om de PC-software te gebruiken, moet de gebruiker zich
aanmelden. De gebruikersnaam is "Admin", het wachtwoord
is "draeger". De aanmelding kan worden uitgeschakeld in de
PC-software.
Hiervoor
"Automatisch aanmelden" aanvinken. Na het opnieuw
opstarten van de PC-software hoeft zich de gebruiker niet
meer aan te melden.
Meer informatie over de PC-software leest u op de Help-
pagina's.
3.3
Na gebruik
3.3.1
Warmtebeeldcamera controleren
De warmtebeeldcamera en het toebehoren onderwerpen aan een
visuele controle:
Er mogen geen beschadigingen zijn of onderdelen ontbreken.
Evt. condensvocht met een zachte doek van de lens vegen.
Gebruik
onder
"Extra's
-
Instellingen"
163