Langssneden; Invalszagen - Mafell PSS3100SE Notice D'emploi

5.7 Langssneden

Om een langssnede volgens tekening uit te
voeren, gaat u op de volgende manier te werk:

leg de machine met het zich in uitgangspositie
bevindend zaagaggregaat op het horizontaal
liggend en tegen
werkstuk.Het zaagaggregaat moet zich hierbij
voor de voorste werkstukkant bevinden.

Richt de machine zo uit, dat de rechter kant van
het geleidingsrail de gewenste snede kenmerkt.

Stel de snijdiepte in (zie gedeelte 4.2).

Stel de snijlengte in (zie gedeelte 4.3).

Maak de vergrendeling van het zaagblad in de
rustpositie door indrukken van de invalshendel
20 (afb. 6) los. Druk dan het zaagaggregaat in
de snijpositie, tot het aan klemhendel 21
vastklinkt.

Selecteer de aanvoersnelheid (zie gedeelte 4.4)
en schakel de zaagaandrijving in (zie gedeelte
4.5).

Voer de zaagsnede door indrukken van de
wipschakelaar 22 (afb. 1) in richting
zaagaggregaat tegen de aanslagschuiver 16
(afb. 6) loopt en daardoor het zaagblad
zelfstandig uit de snijpositie in de rustpositie
terugkeert.
Let erop, dat de aanvoer slechts zo
lang draait, als de wiptoets wordt
ingedrukt. Bij het loslaten worden
aanvoer en zaagmotor meteen
uitgeschakeld.
Rij het zaagaggregaat door bedienen van de wiptoets
in richting in de uitgangspositie terug. Bij bereiken
van de rustpositie wordt de terugloop zelfstandig
uitgeschakeld.
Gevaar
Ook in de terugloop kan zich het
zaagblad nog draaien.
verschuiven gezekerd
uit, tot het
-73-
Rij het zaagaggregaat slechts dan
terug, wanneer het zaagblad in
rustpositie is. Anders kan de
snijkant aan het werkstuk worden
beschadigd! Breekt u de aanvoer
vóór bereiken van de aanrijschuiver
af, moet u voor de terugloop het
zaagblad door bedienen van
klemhendel 21 (afb. 6) in de
rustpositie brengen.

5.8 Invalszagen

invalsneden kunt u met dit systeem veilig uitvoeren.
Een anders voorhanden bedreiging door terugslag
bestaat met deze machine bij deze handeling niet.
invalsneden voert u op de volgende manier uit:
1. verrij het zaagblad door bedienen van de
wipschakelaar 22 (afb. 1) in richting
tot de voorste markering 23 (afb. 6) met het
gewenst en op het werkstuk gemarkeerd einde
van de invalssnede overeenstemt.
Gevaar
Bij het verrijden is ook de
zaagbladaandrijving ingeschakeld.
Let u erop dat de markering alleen
dan met het gewenste invalspunt
overeenstemt als het
zaagaggregaat op de grootste
snijdiepte is ingesteld.

stel de aanslagschuiver 16 in de groef van het
geleidingsrail zo in, dat zijn positie 120 mm
achter het gekenmerkt
invalssnede ligt.

Rij het zaagaggregaat door bedienen van de
aanvoertoets in richting
de achterste markering 24 met het gewenst en
op het werkstuk gekenmerkt begin van de
invalssnede overeenstemt.

Schakel de aanvoersnelheid uit (zie gedeelte
4.4) en schakel de zaagaandrijving met wiptoets
22 (afb. 1) in. (zie gedeelte 4.5).

Maak de vergrendeling van het zaagblad in
rustpositie door indrukken van de invalshendel
20 los en druk het zaagaggregaat in de
snijpositie, tot het vastklinkt.
zo ver,
einde van de
zo ver terugrijden, tot