9. TECHNISCHE GEGEVENS
Type
Art. nr.
Voltage
Vermogen
Toerental
Maaibreedte
Gewicht
Trilling handgreep
Geluidsniveau LWA
Geluidsniveau LPA
Veiligheidsklasse
Draaddiameter
Draadlengte
Geluids- en trillingsgegevens
De lawaai en trillingswaarden worden
vastgesteld in overeenstemming met
EN 786.
Geluidsdruk / geluidsvermogen
Een gewogen geluidsvermogen van:
96 dB (A), K = 3,0 dB (A)
Een gewogen geluidsdruk van:
85 dB (A), K = 3,0 dB (A)
Draag gehoorbescherming!
Vibratie informatie
Trillingen totaalwaarden (triax vectorsom)
bepaald volgens EN 786
Trillingsemissiewaarde:
ah =
4,5 m/s
2
Onzekerheid: K = 1,5 m/s
NL - Originele gebruiksaanwijzing
GT550/29
534701
230V ~
50Hz
550W
11.000 min-1
290 mm
2,8 kg
4,5 m/s
2
96 dB(A)
85 dB(A)
Klasse II
1,6 mm
2 x 4 m
2
WAARSCHUWING!
Draag bij het werken gehoorbescherming
en beschermende kleding op maat.
De opgegeven trillingsintensiteitswaarde
is door middel van een genormeerde
testmethode gemeten en kan worden
gebruikt om elektrische apparaten met
elkaar te vergelijken. De opgegeven
trillingsintensiteitswaarde kan ook voor
een inleidende beoordeling van de
blootstelling worden gebruikt.
Let op!
De aangegeven afgifte van trillingen
wordt vastgesteld aan de hand van een
genormeerde meetmethode en dient ter
vergelijking van het apparaat met andere.
De aangegeven afgifte van trillingen kan
ook dienen voor het inschatten van het
genoemde risico. De daadwerkelijke
afgifte van trillingen tijdens het gebruik
van het apparaat kan afwijken van de aan-
gegeven afgifte van trillingen, afhankelijk
van het gebruik van het apparaat. Op basis
van het geschatte risico onder realistische
omstandigheden dienen adequate
beschermingsmaatregelen te worden
getroffen, om de gebruiker te beschermen.
(Houd daarnaast rekening met de
belastingsduur van alle werkcycli, zoals
bijv. het nalopen en het vrijlopen van het
apparaat). Beperk de productie van
lawaai en trillingen tot het minimum!
• Gebruik uitsluitend apparaten die in
perfecte staat verkeren.
• Onderhoud en reinig het apparaat
regelmatig.
• Gebruik altijd scherpe accessoires
(zoals beitels, boortjes en messen)
• Pas je werkwijze aan ten behoeve van
het apparaat.
• Overbelast het apparaat niet.
• Plan de werkzaamheden over meerde-
re dagen bij het gebruik van apparaten
met hoge vibratiewaarden
• Schakel het apparaat uit, wanneer hij
niet wordt gebruikt.
17