4.2.6 Wasmiddel en wasverzachter gebruiken
C
Indien u wasmiddel, wasverzachter, stijfsel, kleurstof, bleekmiddel of ontkleuring gebruikt, lees dan de instructies van de
fabrikant op de verpakking en volg de doseringswaarden op. Gebruik indien mogelijk een maatbeker
3
2
Wasmiddel, wasverzachter en andere reinigingsmiddelen
• Voeg wasmiddel en wasverzachter toe voor het starten van het wasprogramma.
• Laat de wasmiddellade niet open tijdens het wassen!
• Indien u een programma draait zonder voorwas, doe dan geen wasmiddel in het voorwasvak (vaknr. "1").
• Indien u een programma draait met voorwas, doe dan geen vloeibaar wasmiddel in het voorwasvak (vaknr.
"1").
• Selecteer geen programma met voorwas als u een wasmiddelzak of wasmiddelbol gebruikt. Plaats de zak
of de bol direct tussen de was in de machine.
Indien u vloeibaar wasmiddel gebruikt, vergeet dan niet de houder voor vloeibaar wasmiddel in het
hoofdwasvak te plaatsen (vaknr. "2").
Het wasmiddeltype kiezen
Het te gebruiken wasmiddel is afhankelijk van het soort materiaal en de kleur.
• Gebruik verschillende wasmiddelen voor gekleurde en witte kleding.
• Was uw fijne kleding met speciale wasmiddelen (vloeibaar wasmiddel, wolwasmiddel, enz.) wat alleen
gebruikt wordt voor fijne kleding.
• Voor het wassen van donkere kleding en dekens is het aanbevolen een vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
• Was wol met een speciaal wolwasmiddel.
A
OPGELET:
OPGELET:
De hoeveelheid wasmiddel aanpassen
De te gebruiken hoeveelheid wasmiddel hangt af van de hoeveelheid was, de mate van bevuiling en de
waterhardheid.
• Gebruik niet meer dan de doseerhoeveelheid aanbevolen op de verpakking van het wasmiddel om
problemen te vermijden van buitensporig schuim, slecht spoelen, financiële besparingen en tenslotte
milieubescherming.
• Gebruik minder wasmiddel voor kleine hoeveelheden of lichtbevuilde kleding.
Wasverzachters gebruiken
Plaats de verzachter in het wasverzachtervak van de wasmiddellade.
• Overschrijd het (>max<) niveau in het wasverzachtervak niet.
• Indien de verzachter niet erg vloeibaar meer is, verdun deze dan met water voor u deze in de
wasmiddellade plaatst.
Wasmachine / Gebruiker Handleiding
1
Gebruik enkel wasmiddelen die specifiek voor de wasmachine zijn bestemd.
Gebruik geen zeeppoeder.
De wasmiddellade bestaat uit drie vakken.
– (1) voor voorwas
– (2) voor hoofdwas
– (3) voor wasverzachter
– ( ) bovendien heeft het wasverzachtervak een sifon.
45 / FL