__RP71979_B1.book Seite 34 Freitag, 23. März 2012 2:11 14
2.
Levering
1 vrieskast
1 ijsblokjesbak 16
1 ijsspatel 17
1 handleiding
3.
Transport
GEVAAR! Let erop dat het koelmiddelcircuit 9 (lei-
dingen aan de binnenkant en aan de achterzijde van
het apparaat, compressor 14) niet wordt beschadigd.
WAARSCHUWING! Kantel het apparaat niet meer dan 45°.
4.
Ingebruikneming
Verpakking verwijderen
•
Verwijder het verpakkingsmateriaal en plakstrips.
•
Verwijder het piepschuim uit de binnenruimte.
Controleer het apparaat op beschadigingen
•
Controleer het apparaat op beschadigingen, in het bij-
zonder het koelmiddelcircuit 9 (leidingen binnen in en
aan de achterzijde van het apparaat, compressor 14) en
het aansluitsnoer 15.
GEVAAR! Sluit het apparaat niet aan als het bescha-
digd is.
Reinigen voor het eerste gebruik
•
Reinig het apparaat zoals in hoofdstuk "Ontdooien en rei-
nigen" op pagina 36 beschreven.
Opstellen
GEVAAR! Stel dit apparaat op een ruimte met min-
3
stens 4,5 m
ruimte-inhoud. Bij een lek aan het koel-
middelcircuit kan zich in te kleine ruimtes een
mengsel van koelmiddel en lucht vormen.
•
De compressor 14 en de zijwanden van het apparaat
worden tijdens het gebruik warm en hebben een goede
ventilatie rondom het apparaat nodig. Houd daarom de
volgenden minimumafstanden aan:
- aan de achterkant: 10 cm;
- aan de zijkanten: 10 cm.
•
Stel het apparaat op in een goed geventileerde, droge
ruimte. Stel het op een egale, stevige vloer op.
•
Dit apparaat voldoet aan de klimaatklassen SN, N, ST en
T en is daarmee voor een omgevingstemperatuur van
+10 °C tot +43 °C geschikt.
Stel het apparaat op een plaats op met de juiste omge-
vingstemperatuur.
•
Vermijd bij het opstellen:
- directe zonnestraling,
- de nabijheid van warmtebronnen zoals bijv. fornuis of
radiatoren.
•
Als dat nodig mocht zijn, kunt u de deuraanslag verwis-
selen, zie hoofdstuk "Deuraanslag verwisselen" op
pagina 37.
34
NL
Afstellen
Om een correct functioneren van het apparaat en het goed
sluiten van de deurafdichtingen te garanderen, moet het ap-
paraat recht opgesteld worden. Daartoe bevinden zich aan de
voorkant twee in de hoogte verstelbare voetjes 12.
1. Laat een tweede persoon de vrieskast aan de voorkant
iets optillen.
2. Voetje verhogen: Draai het voetje met de klok mee. Let
erop dat de voetjes er ook helemaal uitgeschroefd kun-
nen worden.
Voetje verkorten: Draai het voetje tegen de klok in.
Aansluiten
GEVAAR! Sluit het apparaat pas dan aan als het op
de plaats van opstelling staat en correct is uitgelijnd.
WAARSCHUWING! Laat het apparaat minstens 24 uur staan
nadat het is bewogen, zodat het koelmiddelcircuit zich kan
stabiliseren.
GEVAAR! Sluit het apparaat aan een stopcontact
aan met beschermcontacten, waarvan de techni-
sche gegevens met die van het apparaat (zie type-
plaatje 13) overeenstemmen.
•
Gebruik geen verlengsnoer of meervoudige stopcontac-
ten.
•
Het stopcontact moet ook na het aansluiten verder goed
toegankelijk zijn. Als dat bij u niet mogelijk is, moet te
allen tijde de mogelijkheid bestaan het apparaat door een
zekering van de elektriciteit af te sluiten.
5.
Bediening
•
Met de temperatuurregelaar SET 1
3 temperatuurzones. De LED naast LOW,
HIGH 2 geeft aan, welke zone geactiveerd is. Druk op de
SET-toets om over te schakelen.
In- en uitschakelen
•
Om in en uit te schakelen, drukt u op de toets
mee wordt ook een LED naast LOW, MID of HIGH 2 in-
of uitgeschakeld.
•
Wanneer het alarm na 1 minuut klinkt en de ALARM-
LED 3 brandt, drukt u gedurende 3 seconden op de toets
ALARM/SUPER 4, om het akoestische alarm uit te scha-
kelen. De LED ALARM blijft branden, totdat de bedrijfs-
temperatuur is bereikt.
•
Bij de ingebruikneming en na het ontdooien
de functie Superfrost. Druk daarvoor kort op de toets
ALARM/SUPER 4. De LED SUPER 5 brandt, zolang de
functie actief is. De functie wordt automatisch uitgescha-
keld, wanneer de gemiddelde temperatuur van de laatste
30-65 uur tussen -27 °C tot
-30 °C
•
Om de temperatuur te controleren heef u een vriesther-
mometer nodig. De normale bedrijfstemperatuur voor de
vrieskast ligt bij -18 °C.
•
Welke temperatuurinstelling u nodig heeft hangt af van
verschillende factoren zoals bijv. de omgevingstempera-
tuur.
schakelt
u tussen de
MID
en
6. Daar-
activeert u
lag.