STORINGEN
De hogedrukreiniger trilt veel
en maakt veel geluid.
De maximum druk van de
hogedrukreiniger is niet
mogelijk.
Het reinigingsmiddel wordt
slecht aangezogen.
Uit de vernevelaar spuit geen
water.
De hogedrukreiniger komt
tijdens de functionering tot
stilstand.
D e h o g e d r u k re i n i g e r i s
geplaatst in
TOTAL STOP
start spontaan op.
De motor zoemt maar start niet
als aan de hoofdschakelaar (2)
wordt gedraaid.
OORZAKEN
Filter op watertoevoer (20) vuil.
Onvoldoende watertoevoer.
De vernevelkop (16) is op de stand
lage druk geplaatst
De vernevelaar is versleten.
Onvoldoende watertoevoer.
Vernevelkop (16) onder hoge druk
.
(FIG. 3-a)
Geen product in de tank
Het gebruikte reinigingsmiddel is
te viskeus.
Geen water.
Vernevelaar verstopt.
De veiligheidsinrichting van de
installatie waar de hogedrukreiniger
op is aangesloten heeft ingegrepen
(zekering, differentieelschakelaar,
enz.).
De thermische of ampèrometrische
beveiliging heeft ingegrepen.
Het toevoercircuit lekt en/of
en
druppelt.
Elektrische installatie en/of
verlengsnoer ongeschikt.
Neem de aanwijzingen in acht
van de paragraaf
ONDERHOUD"
Controleren of het kraantje helemaal
geopend is en of het debiet van het
waterleidingnet met de gegevens
van de paragraaf
EN TECHNISCHE GEGEVENS"
Verricht de handelingen van
.
(FIG. 3-b)
AFB. 3-a
Neem de aanwijzingen in acht
van de paragraaf
ONDERHOUD"
van de vernevelaar.
Controleren of het kraantje helemaal
geopend is en of het debiet van het
waterleidingnet met de gegevens
van de paragraaf
EN TECHNISCHE GEGEVENS"
Verricht de handelingen van
AFB. 3-b
Met product vullen.
Een van de door de fabrikant
aanbevolen reinigingsmiddelen
gebruiken en aanlengen volgens de
aanwijzingen van het etiket.
Verifiëren of de kraan van het
waternet geopend is.
Neem de aanwijzingen in acht
van de paragraaf
ONDERHOUD"
en/of vervangen van de vernevelaar.
Herstel de veiligheidsinrichting.
D E H O G E D R U K R E I N I G E R
N I E T G E B R U I K E N A L S D E
V E I L I G H E I D S I N R I C H T I N G
W E D E R O M I N G R I J P T E N
CONTACT OPNEMEN MET EEN
GESPECIALISEERD TECHNICUS.
N e e m d e a a n w i j z i n g e n
i n a c h t v a n d e p a r a g r a a f
"VEILIGHEIDSINRICHTINGEN" .
Controleren of het toevoercircuit
heel is.
Controleren of de voorschriften
voor de aansluiting op het
elektriciteitsnet zijn nageleefd
( z i e d e
VEILIGHEIDSMEDEDELINGEN)
geldt met name voor het gebruikte
verlengsnoer.
OPLOSSINGEN
"NORMAAL
.
"EIGENSCHAPPEN
.
.
"NORMAAL
voor het vervangen
"EIGENSCHAPPEN
.
.
"NORMAAL
voor het reinigen
H A N D L E I D I N G -
NL
; dit
41