Elektrische Aansluiting; Ingebruikname; Automatische Bedrijfsmodus - T.I.P. INTEGRA 8000 Mode D'emploi

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 17
Plaats de pomp op een stevige ondergrond. Plaats de pomp nooit direct op losse stenen of zand. Let er bij het
plaatsen van de pomp goed op dat de pomp niet kan omvallen of met zijn aanzuigopeningen in de bodem kan
inzinken. Het aanzuigen van zand, modder of soortgelijke stoffen moet worden voorkomen.
Gebruik voor het plaatsen, optillen en dragen van de pomp uitsluitend het handvat. Gebruik zonodig voor het
neerlaten en omhoogtrekken van de pomp een geschikt touw dat aan het handvat wordt bevestigd. Gebruik voor
het plaatsen, optillen of dragen van de pomp nooit de drukslang, het netsnoer of de kabel van de
vlotterschakelaar.

6. Elektrische aansluiting

Het toestel beschikt over een netsnoer met stekker. Om gevaren te voorkomen, mogen het netsnoer en de
stekker uitsluitend door een vakman worden vervangen. Draag de pomp nooit aan het netsnoer en gebruik het
snoer niet om de stekker uit het stopcontact te trekken. Bescherm de stekker en het netsnoer tegen hitte, olie en
scherpe randen. Sluit het apparaat alleen aan op een juist geïnstalleerd en gemakkelijk toegankelijk stopcontact
met randaarde. Het stopcontact moet ook na het aansluiten gemakkelijk toegankelijk blijven opdat, indien nodig,
snel de stekker kan worden losgekoppeld.
De beschikbare netspanning moet voldoen aan de in de technische gegevens vermelde
waarden. De persoon die verantwoordelijk is voor de installatie moet verzekeren, dat de
elektrische aansluiting beschikt over een aarding die beantwoordt aan de norm.
De elektrische aansluiting moet van een gevoelige aardlekschakelaar (FI-schakelaar) zijn
voorzien: ∆ = 30 mA (DIN VDE 0100-739).
Verlengkabels mogen geen kleinere doorsnede hebben dan rubberslangen met het symbool
H07RN-F (3 x 1,0 mm²) conform VDE. Netstekkers en koppelingen moeten spatwaterdicht
zijn.

7. Ingebruikname

Tijdens het gebruik van de pomp mogen zich geen personen in het water bevinden.
De pomp mag uitsluitend voor het op het typeplaatje aangegeven toepassingsgebied worden
gebruikt.
Drooglopen - het pompen van het toestel zonder waterdoorvoer - moet worden voorkomen,
omdat de pomp bij watergebrek oververhit kan raken. Dit kan aanzienlijke schade aan het
toestel veroorzaken.
Zorg ervoor dat de elektrische steekverbindingen zich buiten het bereik van overstromend
water bevinden.
Het is absoluut verboden de handen in de opening van de pomp te steken zolang het toestel
aan het elektriciteitsnet is aangesloten.
Voer voor elk gebruik van de pomp een visuele controle uit. Dit geldt in het bijzonder voor het netsnoer en de
stekker. Controleer of alle schroeven goed vast zitten en de aansluitingen in goede staat zijn. Gebruik nooit een
beschadigde pomp. In geval van schade moet de pomp door een vakman worden gecontroleerd.
Bij elke ingebruikname moet er steeds nauwkeurig op worden gelet dat de pomp veilig en stabiel wordt geplaatst.
De pomp maakt naar keuze een automatische of manuele bedrijfsmodus mogelijk. Alleen bij de manuele
bedrijfsmodus kan de vloeistof worden afgepompt tot op het minimale afzuigniveau, dat vermeld is bij de techni-
sche gegevens. Bij de automatische bedrijfsmodus stemt het laagste bereikbare restwaterpeil overeen met het
uitschakelniveau dat vermeld is bij de technische gegevens.
7.1.

Automatische bedrijfsmodus

Vooral bij de automatische bedrijfsmodus moet er absoluut worden gezorgd voor een verticale
opstelling van de pomp, zodat de geïntegreerde vlotterschakelaar vrij kan bewegen.
Controleer met zekerheid dat de pomp uitschakelt, wanneer het waterpeil daalt en het
uitschakelniveau bereikt is.
De pomp beschikt over een geïntegreerde vlotterschakelaar, die - afhankelijk van het waterpeil - een
automatische uitschakeling of inschakeling van het apparaat veroorzaakt. Indien het waterpeil het
4
39

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières