•
Als er wijzigingen zijn aangebracht, moet er controles en tests
worden uitgevoerd om het veilige gebruik van het apparaat te
kunnen blijven garanderen.
•
Dit toestel is niet bestemd om door personen (inclusief kinde-
ren) met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke capaci-
teiten of een gebrek aan ervaring en/of kennis gebruikt te wor-
den, tenzij ze door een voor hun veiligheid bevoegde persoon
gecontroleerd worden of tenzij ze van deze persoon instructies
kregen hoe het toestel gebruikt moet worden.
•
Kinderen moeten in het oog gehouden worden om er zeker van
te zijn dat ze niet met het toestel spelen.
•
Houd het instrument, terwijl het ingeschakeld is, altijd nauwlet-
tend in de gaten.
•
Berg het apparaat altijd op buiten het bereik van kinderen.
•
In geval van twijfel consulteert u altijd een arts en volgt u zijn
therapieaanwijzingen op.
•
Mensen met oog- of netvliesziekten, met oogzenuwbeschadi-
gingen, diabetici of met vergelijkbare gezondheidsproblemen
moeten voor gebruik advies vragen aan hun arts of het gebruik
van de lamp niet schadelijk is voor de gezondheid.
1 Veiligheidsmaatregelen
NL
71