Gebruik; Bediening - Gamma DZ-600W Mode D'emploi

NL

3. GEBRUIK

3.1 Onderdelen van de machine
Zie fig. A, pag 2.

3.2 Bediening

Trek altijd de stekker uit het wandcon-
tactdoos voordat je een zaagje aan-
brengt of verwisselt.
Aanbrengen/verwisselen van zaagjes (fig. C)
• Deze machine is geschikt voor T-schacht-
zaagjes. (zoals o.a. bestemd voor onder
andere Bosch machines).
• Gebruik decoupeerzaagjes van goede kwali-
teit en geschikt voor het materiaal dat je wilt
zagen.
• Vervang botte, verbogen of beschadigde
zaagjes onmiddellijk.
• Draag werkhandschoenen om te voorkomen
dat je zich aan de scherpe zaagjes verwondt.
• Duw de klem van de zaaghouder (13) naar
achteren (fig. C1)
• Plaats een zaagje met de tanden naar voren,
recht in de zaaghouder tot deze niet verder
kan en zorg dat het zaagje met de achterzij-
de tegen het zaagbladgeleider (12) aandrukt
(zie fig. C1-3).
• Duw het zaagje door. Je voelt een verende
weerstand. Zorg dat het zaagje maximaal is
ingestoken en laat de klem weer los.
• Controleer of het zaagje vast zit door er aan
te trekken.
Instellen van de zaaghoek (fig. E)
• Trek altijd de stekker uit het wandcontact-
doos voordat je de bodemplaat (8) instelt.
• Draai de inbusbouten (6) aan de onderzijde
van de bodemplaat enkele slagen los met de
inbussleutel (4).
• Trek de bodemplaat (8) een klein stukje naar
achteren.
• Draai de bodemplaat (8) in de gewenste rich-
ting en stel de hoek in (maximaal 45º).
• Draai de inbusbouten (6) weer vast.
• Voor het terugzetten van de bodemplaat (8)
naar 0º draai je de inbusbouten (6) weer
los, draai je de bodemplaat totdat deze naar
voren of achteren geschoven kan worden.
Schuif de bodemplaat (8) naar voren en
NL - Originele gebruiksaanwijzing
draai de inbusbouten (6) weer vast.
De bodemplaat (8) staat nu weer recht.
Aan/uitzetten en toerental regeling (fig. B)
• Sluit de machine aan op het lichtnet.
• Je schakelt de machine in door de aan-/
uitschakelaar (3) naar het handvat toe te
drukken.
• Wanneer je de schakelaar loslaat, stopt de
machine.
• Om het zaagje continu te laten werken kunt
je de aan-stand vergrendelen door bij een
lopende motor de vergrendelknop (2) aan de
zijkant in te drukken.
• Door de aan-/uitschakelaar nogmaals in te
drukken en onmiddellijk weer los te laten
deblokkeer je de vergrendeling en stopt de
machine.
• Met de snelheidsregeling (1) kun je de
zaagsnelheid van het zaagblad instellen.
• Volg altijd de aanwijzingen op de verpakking
van de zaagjes op voor het juiste toerental.
• Als algemene richtlijn voor de snelheid geldt:
- laag toerental: staal, harde materialen.
- middelmatig toerental: hardhout, plastic,
perspex, non-ferro metalen
- hoog toerental: zacht hout, multiplex
(begin bij het plaatsen op het werkstuk
eventueel met een iets lagere snelheid).
• Je kunt het toerental tijdens het gebruik
verhogen of verlagen.
Pendelstand instellen (fig. G1)
• Je kunt de pendelbeweging tijdens het
gebruik wijzigen.
• Met de pendelinstelknop (7) in de stand 0
beweegt het zaagje alleen op en neer.
• Hoe hoger de pendelstand 1-2-3, hoe groter
de zaagbladuitslag (zie fig. G2). Het zaagje
beweegt dan zowel op en neer als naar
voren en terug.
Pendelstand (fig. G)
• De instelling van de pendelstand is afhanke-
lijk van het zaagresultaat dat je wilt bereiken.
• De juiste instelling moet je
proefondervindelijk vaststellen. Hiervoor
geven wij je onderstaand enkele adviezen:
• Hoe fijner de zaagrand moet worden, hoe
kleiner de pendelstand moet zijn. Je kunt de
pendelbeweging ook geheel uitschakelen.
13