HET GEBRUIK EN DE WERKING
BEDIENINGSPANEEL
1) Aan/Uit-instellingen
2) Modus instellingen
3) Timer instellingen
4) Timer / Ingestelde
temperatuur instellingen
FUNCTIETOETSEN
AAN/UIT-INSTELLINGEN
Druk op de
om het apparaat AAN/UIT te schakelen. Wanneer het apparaat aangesloten en in
stand-bymodus is, is het klaar om op elk moment ingeschakeld te worden.
LED-DISPLAY
Wanneer het apparaat in stand-bymodus is, weergeef t het beeldscherm de huidige
kamertemperatuur.
HERSTARTEN VERTRAGING
Als het toestel UITschakelt tijdens KOELmodus, zal er een vertraging van ongeveer 3 minuten zijn om
de airconditioner weer op te starten in KOELmodus. Dit is een veiligheidsfunctie om de levensduur
van de compressor te beschermen en verlengen. Na 3 minuten, kunt u het toestel AAN zetten zoals
gebruikelijk.
VENTILATORSNELHEID INSTELLINGEN
2 instellingen: Hoog en Laag.
OPMERKING: De Ventilatorsnelheid kan niet worden aangepast in Slaapmodus en
Ontvochtigingsmodus.
MODUS INSTELLINGEN
Instellingen: Airconditioning, Ontvochtigen, Ventilator, Verwarmen*.
Het overeenkomstige indicatielicht zal gaan verlichten om de huidige instellingsmodus aan te
duiden.
•
Airconditioning modus (KOELEN)
Pas de ventilatorsnelheid en luchttemperatuur aan zodat het past bij uw gewenste comfortniveau.
Het bereik van de temperatuurinstellingen is 16°C - 31°C.
(7)
(6)
(5)
NL
(4)
(3)
(2)
5) Ventilatorsnelheid instellingen
6) Swing instellingen
7) Slaapmodus
7
(1)