Ga daarvoor als volgt te werk:
Schuif de afneembare koordgeleiding uit de ac-
cessoireset op de standaard van de draadgelei-
ding.
Leg het "vulkoord" zoals bv. haakgaren, bordu-
urdraad, wol, breigaren of kroesband achter de
pennen van de garenspoel.
Trek de inlegdraad door de koordgeleiding en
vervolgens door de draadgeleiding van de lin-
ker naald.
Voer de inlegdraad door de voorste resp. de
achterste opening van de naaivoet (afhankelijk
van de naaimethode) en leg de draad naar ach-
ter in de naaivoet.
Plaats de stof op de gebruikelijke manier. Begin
langzaam met naaien en controleer of de inleg-
draad op de juiste manier worden toegevoerd.
Verhoog dan de naaisnelheid.
Bij het aaneennaaien van de schouders of aan-
naaien van mouwen, voert u de inlegdraad
door de voorste opening.
Let er daarbij op dat de draad bij de doorgang
door de voorste opening, tussen rechter en de
linker rijgdraad wordt gefixeerd.
Voor het sluiten van zijnaden, voert u de inleg-
draad door de achterste opening. Zorg er hier-
bij voor dat de draad rechts van de rijgdraad
verloopt.
Voor een decoractief effect kunt u gebruikmaken
van een garen met een contrasterende kleur dat u
door de voorste of de achterste opening voert.
Naaien met een inlegdraad
159 van 174
DE
FR
NL