Veiligheidsvoorschriften; Technische Gegevens - STEINEL Masterline Combi Check 1.2 Mode D'emploi

Veiligheidsvoorschriften

NL
ç y De spanningsmeter mag
alleen binnen het aange-
geven nominaalspannings-
bereik worden gebruikt. De
in DIN VDE 0105, deel 100
en EN 50110-1 vermelde
toepassingsbepalingen
voor spanningsmeters
schrijven voor, dat kort
voor het meten op span-
ningsloze staat, de span-
ningsmeter getest moet
worden op zijn functie. Valt
hierbij de weergave uit,
dan mag de spanningsme-
ter niet meer worden
gebruikt.
y De weergave van over-
schrijding van de bovenste
grenswaarde voor lage
spanningen (ELV) dient
alleen als waarschuwing
voor de gebruiker en niet
als gemeten waarde.
y Door de hoge ingangs-
weerstand kan een weer-
gave van capacitieve en
inductieve spanningen
plaatsvinden.
y Bij het meten alleen bij de
grepen vasthouden en de
testelektroden niet aanra-
ken: spanningsmeting uit-
sluitend 2-polig uitvoeren.
y Op plaatsen met intensieve
geluidsstoring moet voor
gebruik van de spannings-
meter worden vastgesteld
of het akoestische test-
signaal te horen is.
y De lichtdioden geven de
spanning trapsgewijs bij
80-85 % aan.
22
y Alleen binnen een tempe-
ratuurbereik van –10 °C
tot +55 °C is een correcte
weergave gewaarborgd.
y De functie van de span-
ningsmeter moet kort voor
en na de meting op span-
ningsloze staat worden
gecontroleerd. Valt hierbij
de weergave van een of
meerdere standen uit of
wordt helemaal geen func-
tie weergegeven, dan mag
de spanningsmeter niet
meer worden gebruikt.
y Onbevoegden mogen de
spanningsmeter en de
aangesloten delen niet
demonteren.
y De spanningsmeter moet
droog en schoon worden
bewaard.
y Het apparaat mag onder
vochtige omstandigheden
(bijv. bij dauw of regen)
niet worden gebruikt
(IP 50).
y Binnen de hoogstmogelijke
inschakelduur (ID) kan het
apparaat max. 30 secon-
den aan de hoogste nomi-
nale spanning van het
nominaalspanningsbereik
worden aangelegd.
y Bij ongunstige lichtverhou-
dingen, bijv. bij zonlicht,
kan de weergave soms
slecht leesbaar zijn.
y LET OP: Bij geopend
batterijvakje mag de
spanningsmeter niet
worden gebruikt.

Technische gegevens

Afmetingen: (l x b x h) 230 x 55 x 34 mm
Nominaal spanningsbereik:
Combi Check 1.2: 6-690 V AC/DC
Master Check 3.2: 6-400 V AC/DC
Frequentiebereik: 0–100 Hz;
weergave van AC bij f > 2 Hz
Diëlektrische topspanning:
Combi Check 1.2: 6 KV
Master Check 3.2: 4 KV
Ingangsweerstand: > 300 kOhm
Ingangsstroom: Combi Check 1.2: IS < 2,5 mA bij 690 V
Master Check 3.2: IS < 2,5 mA bij 400 V
Doorgangsmeting: doorgang < 500 kOhm
Eénpolige fasemeting: weergave bij spanningen
(alleen Combi Check 1.2)
> 90 V AC (akoestisch signaal)
Temperatuurbereik: –10 °C tot + 55 °C
Levensduur batterij: ca. 1500 metingen
Type batterij: 2 x micro 1,5 V AAA alkaline
(geen accu's gebruiken)
Bescherming: IP 50
Toegestaan: volgens EN 61243-3
= VDE 0682, deel 401
Gewicht: 135 g
Batterij- en functietest
Plaatsen van de batterij:
Met behulp van een schroe-
vendraaier of een munt het
batterijvakje openen. Als het
apparaat met de achterzijde
naar boven ligt en de ver-
grendeling 45° naar rechts
wordt opengedraaid, kan het
batterijhuis tot de aanslag
naar buiten worden getrok-
ken. De batterijen zoals in het
batterijhuis aangegeven
plaatsen (geen accu's
gebruiken!). Het batterijvakje
sluiten door het batterijhuis
tot aan de aanslag in het
vakje te schuiven. Vervolgens
het vakje inklikken door de
knevel 45° naar links te
draaien.
LET OP: Bij geopend batteri-
jvakje mag de spanningsme-
ter niet worden gebruikt.
Functietest/batterijtest
Bij kortgesloten testpennen
en ingedrukte knop moet aan
het begin de gehele LED-
keten kort oplichten.
Vervolgens blijft alleen de
weergave op +6 V-stand
staan. Bovendien klinkt een
akoestisch signaal. Knippert
bij deze test de +6 V-stand
weergave, dan dienen de
batterijen zo spoedig mogeli-
jk te worden vervangen.
De noodzakelijke batterijver-
vanging wordt bovendien
aangegeven door het knip-
peren van de LED-keten bij
het uitvoeren van elke vol-
gende spannings-/door-
gangsmeting.
23