Bestandsmenu (File)
Bestand verwijderen (Delete file)
Individuele bestanden van het apparaat verwijderen. Een
bestand verwijderen, blz. 73.
Deel verwijderen (Delete section)
Een deel van een bestand verwijderen. Een deel van een
bestand verwijderen, blz. 73.
Prioriteit hoog/normaal (Priority high/normal)
Met de prioriteitsinstelling kunnen urgente opnames tijdens het
transcriberen prioriteit krijgen. U kunt High (hoog, het -sym-
bool wordt weergegeven) of Normal (normaal) selecteren.
De standaardwaarde is Normal. Bestandsvergrendeling en
prioriteit, blz. 76.
Vergrendeling/einde-brief (Lock/EOL)
Met de bestandsvergrendelingsfunctie kunt u voorkomen dat
belangrijke bestanden per ongeluk worden verwijderd en ze
als voltooid markeren. Bestandsvergrendeling en prioriteit,
blz. 76.
Index toevoegen/wissen (Index set/clear)
Indexmarkeringen kunnen worden gebruikt om bepaalde
punten in een opname te markeren als referentiepunt.
Indexmarkeringen, blz. 74.
Auteur, werktype (Author, work type)
Aan elke opname kunt u één of meer trefwoorden toewijzen,
zoals de naam van de auteur of een werktype. Trefwoorden
worden gebruikt om opnames te herkennen en voor automa-
tische bestandsroutering in de Philips SpeechExec-software.
Trefwoorden toewijzen (auteursnaam en werktype), blz. 75.
80
NL
Alles verwijderen (Delete all)
Alle bestanden tegelijk van het apparaat verwijderen. Alle
bestanden verwijderen, blz. 73.
Bestandsinformatie (File information)
Weergeven van informatie over het huidige bestand, zoals het
bestandsnummer, de bestandsnaam, de toegewezen trefwoor-
den, de streepjescode-informatie en de opnamedatum en -tijd.
Opnamemenu (Record)
Profiel (Profile)
Het opnameprofiel stelt de opnameparameters van tevoren in,
zoals de opnamekwaliteit en het bestandsformaat, de gevoelig-
heid van de microfoon en de microfoonmodus, zodat deze aan-
sluiten bij de opnameomstandigheden. Het profielsymbool wordt
weergegeven in de informatiebalk bovenaan het scherm.
•
Personal (persoonlijk): alle instellingen naar wens
aanpassen.
» Recording quality (opnamekwaliteit): het
bestandsformaat en de kwaliteit van de opname
(bitsnelheid) instellen. Naarmate de opnamekwaliteit
hoger is, is het bestand groter en kunt u minder
opnames maken.
› DSS SP: .dss, mono, 13,7 kbit/s
› DSS QP: .ds2, mono, 28 kbit/s
› MP3 Stereo: .mp3, stereo, 192 kbit/s
› PCM Voice: .wav, mono, 353 kbit/s
› PCM Stereo: .wav, stereo, 705 kbit/s
» Microphone sensitivity (microfoongevoeligheid):
u kunt de opnamegevoeligheid aanpassen om te
voorkomen dat u achtergrondgeluiden opneemt en om
de recorder af te stemmen op de opnameomgeving.
› Meeting (vergadering): hoge gevoeligheid
› Dictate (dicteren): gemiddelde gevoeligheid
› Private (privé): lage gevoeligheid
» Microfoonmodus: de microfoonmodus kan worden
bestuurd door de geïntegreerde bewegingssensor. De