NL
Gebruiksdoel
Dompelpomp voor een gelimiteerd gebruik in en rondom uw huis en tuin, voor ontwatering,
vloeistofoverbrenging, afvoering, containers, het ontwateren van boten en jachten en voor
waterontluchting en circulatie, en om water uit putten te halen
Het uitpakken van uw gereedschap
• Pak uw toestel / gereedschap uit. Inspecteer het en zorg dat u met alle
kenmerken en functies vertrouwd raakt
• Controleer of alle onderdelen aanwezig zijn en in goede staat verkeren. Als er onderdelen
ontbreken of beschadigd zijn, zorg dan dat deze vervangen worden voor u dit toestel /
gereedschap gebruikt.
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal van de pomp. Zorg ervoor dat de waterinlaat en uitlaat
voor gebruik schoon zijn
Voor gebruik
NB: De pomp kan volledig ondergedompeld worden tot de diepte en maximale temperatuur in de
'Specificaties' , in schoon of licht bevuild water (zie 'Specificaties' voor maximale grootte deeltjes),
zwembadwater en zeepwater..
Het bevestigen van de uitlaatslang
• Schroef de uitlaat elleboogkoppeling (7) in de wateruitlaat (8)
• Deze pomp heeft een slangkoppeling (6) die compatibel is met verschillende slangdiameters:
38 mm (1-1/2''), 32 mm (1-1/4'') en 25 mm (1'')(Fig. III)
Let op: Een slang van 38 mm moet gebruikt worden voor het verkrijgen van de maximale capaciteit
(als beschreven in 'Specificaties')
1. Beslis welke slangdiameter u gebruikt en waar de slang op de koppeling (6) bevestigd gaat
worden
2. Snij de kleinere delen van de koppeling die niet gebruikt gaan worden met gebruik van een
geschikt met (niet inbegrepen) van de koppeling af. Dit voorkomt enige stroombeperking en
zorgt voor de maximale pompcapaciteit en stroming (Fig. III)
3. Plaats de slang over de koppeling en klem de slang met een slangklem (niet inbegrepen) vast
Let op: Het is aanbevolen gebruik te maken van roestvrijstalen klemmen om roestvorming te
voorkomen
Het opzetten van de pomp
1. Bevestig een geschikt touw op het draaghandvat (5) om de pomp in het water te laten zakken,
om de positie onder water aan te passen en om de pomp uit het water te halen
2. Stel een plek vast waar u de pomp kunt laten zakken en waar de drijfschakelaar vrij kan
bewegen, wanneer de automatische werking vereist is
3. Zorg ervoor dat het stroomsnoer zo neergelegd wordt, dat het niet beschadigd kan raken, geen
gevaar veroorzaakt en de stroombron gemakkelijk kan bereiken (Zie: 'Elektrische aansluiting')
4. Vindt de maximale kophoogte in 'Specificaties' . Houdt de slang zo kort en recht mogelijk. De
slang mag niet kinken, waar de waterstroming zo geblokkeerd wordt
BELANGRIJK: Een geblokkeerde slang vermindert de pompcapaciteit en beschadigd de pomp
mogelijk door oververhitting
Het verstellen van de drijfschakelaar
• Sluit de drijfschakelaar (2) kabel op de schakelaar vergrendeling (4) aan om de in- en
uitschakelhoogte aan te passen (Fig. I)
Het onderdompelen en ophalen van de pomp
• De pomp hoort onder het waterniveau gedompeld te worden (Zie: 'Specificaties')
• Gebruik het touw dat aan het handvat (5) gebonden is om de pomp onder water te positioneren.
Verplaats de pomp NOOIT door aan het stroomsnoer te trekken
• Zorg ervoor dat de pomp rechtop op een even ondergrond staat. Controleer of de waterinlaten
(1) verhindert worden. Wanneer de ondergrond zacht is, hoort de pomp op een plat voorwerp
ondersteund, of aan het handvattouw gehangen te worden
• Wanneer het werk gedaan is, gebruikt u het touw ALLEEN om de pomp uit het water te trekken
Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING: Raak het stroomsnoer, de stekker en het stopcontact NOOIT met natte
handen aan
WAARSCHUWING: Wanneer de pomp op de stroombron wordt aangesloten, start deze
onmiddellijk. De pomp schakelt tevens in wanneer droog, als de drijver (2) in een bepaalde positie
staat; dit moet voorkomen worden zodat de machine en mogelijke gebruikers niet beschadigd raakt
• Controleer de pomp, het stroomsnoer en de stekker voor elk gebruik op schade. Gebruik
de pomp niet wanneer enig deel beschadigd is. Laat een beschadigd stroomsnoer bij een
geautoriseerd Silverline service center vervangen
• Om de stekker te beschermen tegen overstroming, sluit u deze op een stroombron boven
waterniveau aan
• Maak enkel gebruik van een compatibel, waterbestendig verlengsnoer
38
• Sluit de pomp enkel op een compatibele stroombron met een geschikte beschermingsgraad aan
(geschikt voor buiten gebruik)
• Sluit de pomp enkel op een stroombron, verzien van een aardlekschakelaar met een maximale
lekstroom van 30 mA en een maximale vertraging van 40 ms aan
Let op: Volgens de VDE is het gebruik van een dompelpomp in tuinvijvers, fonteinen en
zwembaden enkel toegestaan wanneer de pomp op een aardlekschakelaar is aangesloten.
Installatie regulaties VDE 0100, deel 072. Bij enige twijfel betreft de juiste aansluiting, neemt u
contact op met een gekwalificeerd elektricien.
Gebruik
WAARSCHUWING: Gebruik de pomp enkel wanneer juist ondergedompeld. Haal de pomp uit het
water wanneer deze niet gebruikt wordt
WAARSCHUWING: Gebruik de pomp niet in temperaturen rond het vriespunt
WAARSCHUWING: Gebruik de pomp voor aaneengesloten periodes van meer dan 5 uur. Schakel
de pomp na 5 uur uit en laat de pomp volledig afkoelen
Let op: De pomp is voorzien van een ingebouwde thermische bescherming. De pomp wordt
uitgeschakeld wanneer deze oververhit raakt. Wanneer de motor volledig is afgekoeld schakelt de
pomp zichtzelf automatisch weer in
Let op: De pomp is voorzien van een automatische beluchter, welke lucht van de pomp verwijdert.
Wanneer het waterniveau onder het luchtventiel (3) valt, dringt een kleine hoeveelheid water
binnen het ventiel. Dit is geen fout in de pomp maar verwijdert de lucht uit de pomp
Drijfschakeling
• Na de opzet en aansluiting van de pomp begint de pomp automatisch met pompen, mits het
waterniveau juist is
• Wanneer het waterniveau daalt naar het minimale niveau, schakelt de pomp zichzelf
automatisch uit
Handmatig gebruik
• Om de pomp handmatig te gebruiken, sluit u de pomp op de stroombron aan en tilt u de
drijfschakelaar (2) handmatig op om de pomp in te schakelen
WAARSCHUWING: Het droog lopen van de machine slijt de machine en moet voorkomen worden.
De pomp moet uitgeschakeld worden wanneer het water niet meer stroomt
Let op: Wanneer de pomp bijna droog gelopen heeft, mag deze niet ingeschakeld worden om
verder te pompen wanneer het waterniveau terug op peil is. Schakel de pomp voor korte tijd uit en
schakel de pomp weer in zodat het luchtventiel (3) weer juist functioneert
Accessoires
• Accessoires, waaronder waterslangen en clips zijn verkrijgbaar bij uw Silverline handelaar.
• Reserve onderdelen zijn verkrijgbaar via www.toolsparesonline.com
Onderhoud
WAARSCHUWING: Haal de stekker uit het stopcontact voordat u enig onderhoud uitvoert
Algemene inspectie
• Controleer regelmatig of alle bevestigingsmiddelen goed vast zitten. De bevestigingsmiddelen
trillen mogelijk los
• Controleer het stroomsnoer voor elk gebruik op schade en slijtage. Reparaties moeten
uitgevoerd worden bij een geautoriseerd Silverline service center. Dit geld tevens voor een
gebruik verlengsnoer
Schoonmaak
• Houd uw machine schoon. Vuil en stof doen de interne delen sneller slijten, wat de
gebruiksduur vermindert
• Verwijder modder en vuil en spoel de pomp met schoon water schoon
Het verwijderen van obstructies
WAARSCHUWING: Ontkoppel de pomp van de stroombron voordat obstructies verwijderd
worden. Draag de vereiste beschermende uitrusting, waaronder een veiligheidsbril en
beschermende handschoenen
• Wanneer een obstructie of vuil zich in de waterinlaat (1) bevindt, kan de zuigbasis ontkoppeld en
schoongemaakt worden (Fig. II):
1. Draai de drie kruiskopschroeven in de basis met behulp van een kruiskopschroevendraaier (niet
inbegrepen) los
2. Trek de basis van de pompbehuizing
3. Maak de waaier schoon en check voor schade
Let op: Wanneer de waaier beschadigd is, laat u deze bij een geautoriseerd Silverline service center
vervangen
4. Schroef de zuigbasis weer op de behuizing vast