• Het gebruikstemperatuurbereik van
Li-ion-accu's bedraagt 0 tot 40°C.
- Gebruik van accu's die afkoelen tot onder
het vriespunt, zoals in koude noordelijke
gebieden, kan resulteren in afwijkende
werking van de machine. Leg in
dergelijke omstandigheden de accu
minimaal één uur lang op een plek waar
het minimaal 10°C is voordat u de accu
gaat gebruiken; en gebruik de machine
uitsluitend wanneer de accu is
opgewarmd.
[Acculader]
NL
Opladen
OPGELET:
1)
Als de temperatuur van de accu lager
wordt dan ongeveer −10°C (14°F), zal
het opladen automatisch stoppen om
een verslechtering van de toestand van
de accu te voorkomen.
2)
De optimale omgevingstemperatuur is
tussen 0°C (32°F) en 40°C (104°F).
Als de accu wordt gebruikt terwijl de
temperatuur van de accu lager is dan
0°C (32°F), kan het voorkomen dat het
elektrisch gereedschap niet goed
functioneert.
3)
Gebruik de lader bij een temperatuur
tussen de 0°C (32°F) en de 40°C
(104°F) en laad de accu op bij een
temperatuur die vergelijkbaar is met de
temperatuur van de accu zelf. (Er mag
niet meer dan 15°C (59°F) verschil zijn
tussen de temperatuur van de accu en
de temperatuur van de oplaadlocatie.)
4)
Laat een koude accu (kouder dan 0°C
(32°F)), voordat deze wordt opgeladen
in een warme omgeving, eerst minimal
een uur in deze ruimte liggen om op
temperatuur te komen.
5)
Laat de lader afkoelen wanneer u meer
dan twee accu's na elkaar oplaadt.
6)
Steek uw vingers niet in de
contactopening wanneer u de lader
vastpakt.
7)
Maak de acculader los wanneer deze
niet wordt gebruikt.
8)
Berg de oplader op bij een temperatuur
van tussen de 0 en 40°C. Laad de accu
op bij een temperatuur die dicht bij de
opbergtemperatuur ligt.
• Als de accu wordt opgeladen bij een
temperatuur onder de 0°C, resulteert
een volledige oplaadbeurt maar in
ongeveer 50% van een normale
oplaadbeurt. Begin met opladen na 1
uur of meer en bij de voorgeschreven
temperatuur.
9)
Laad niet op in een slecht geventileerde
ruimte.
10) Dek de accu of oplader niet af met een
doek of iets dergelijks terwijl deze wordt
opgeladen.
OPMERKING:
De accu is niet volledig opgeladen
wanneer u deze koopt. Laad de accu
daarom voor gebruik op.
Hoe opladen
1. Steek de lader in een stopcontact.
OPMERKING:
Wanneer de stekker in het stopcontact
wordt gestoken, kunnen er vonken
ontstaan, maar dit is niet gevaarlijk.
2. Plaats de accu stevig in de lader.
(1) Zet de uitlijntekens tegenover elkaar
en plaats de accu in de acculader.
OPMERKING:
Op niet alle accu's wordt het
uitlijningsteken [Fig. 13] weergegeven
(op pagina 8).
(2) Schuif de accu in de richting van de
pijl naar voren. [Fig. 13
3. De laadindicator licht op tijdens het laden.
Wanneer de accu is geladen, wordt
automatisch een interne elektronische
schakeling geactiveerd die voorkomt dat
de accu wordt overladen.
• Wanneer de accu heet is, zal deze niet
worden opgeladen (bijvoorbeeld direct
na intensief gebruik).
De oranje standby-indicator knippert tot
de accu is afgekoeld.
Vanaf dat moment wordt de accu
automatisch opnieuw geladen.
– 80 –
]