20. Kinderen mogen in geen geval met het
toestel spelen. Reiniging en door de
gebruiker uit te voeren onderhoud mogen
niet worden uitgevoerd door kinderen,
tenzij zij onder toezicht staan.
III. AANVULLENDE
VELIGHEIDS-
VOORSCHRIFTEN
1)
Draag oorbeschermers.
Blootstelling aan lawaai kan
NL
gehoorverlies veroorzaken.
2)
Houd uw handen uit de buurt van het
zaaggedeelte en het zaagblad. Pak
altijd de geïsoleerde gedeelten vast. Als
u met beide handen het gereedschap
vasthoudt, kunnen deze niet door het
zaagblad verwond worden.
3)
Houd het werkstuk nooit in uw handen
en leg het ook niet op uw benen. Het is
belangrijk dat het werkstuk goed wordt
ondersteund om aanraking met het
lichaam of verlies van controle te
voorkomen.
4)
Houd er rekening mee dat dit
gereedschap altijd bedrijfsklaar is,
aangezien dit niet in een stopcontact
gestoken hoeft te worden.
5)
Draag altijd gezichtsbescherming of
een veiligheidsbril met zijkleppen. Een
normale bril of zonnebril is GEEN
veiligheidsbril.
6)
Wanneer dit gereedschap wordt
gebruikt voor het bewerken van hout in
een gesloten ruimte (binnenshuis),
moet u altijd een stofmasker dragen.
7)
Vermijd tegen spijkers aan te stoten.
Controleer het werkstuk op spijkers en
verwijder deze voordat u begint.
8)
Gebruik het gereedschap niet voor een
werkstuk dat te groot is.
9)
Controleer of er voldoende vrije ruimte
rondom het werkstuk is voordat u
begint, zodat het zaagblad niet tegen
de vloer, werkbank e.d. stoot.
10) Houd het gereedschap stevig vast.
11) Zorg dat het zaagblad niet in contact is
met het werkstuk voordat u het
gereedschap inschakelt.
12) Houd uw handen uit de buurt van de
bewegende onderdelen.
13) Raak het zaagblad en het werkstuk niet
meteen na het werken aan; de
onderdelen kunnen heet zijn en u zou
zich kunnen verbranden.
14) Beweeg het gereedschap nooit heen en
weer.
15) Gebruik geen zaagbladen die vervormd
of gescheurd zijn.
16) Gebruik geen zaagbladen die niet
voldoen aan de specificaties die in deze
handleiding zijn vermeld.
17) Neem de accu uit het gereedschap
voordat u het zaagblad vervangt,
afstellingen uitvoert of andere
onderhoudswerkzaamheden verricht.
18) Draag oorbeschermers wanneer u het
apparaat gedurende langere tijd
achtereen gebruikt.
19) De acculader wordt tijdens het opladen
warm. Dit is normaal.
Laad de accu echter NIET te lang op.
20) Berg het gereedschap en de accu niet
op een plaats op waar de temperatuur
tot boven 50°C (122°F) kan oplopen
(bijvoorbeeld in een metalen schuur of
in een auto die in de zon geparkeerd
staat). Dit kan de levensduur van de
accu nadelig beïnvloeden.
21) De optimale omgevingstemperatuur is
tussen 0°C (32°F) en 40°C (104°F).
– 74 –