BLUETOOTH®
BLUETOOTH — Verbinding
Ondersteunde Bluetooth profielen
–
Hands-Free Profile (HFP)
–
Advanced Audio Distribution Profile (A2DP)
–
Audio/Video Remote Control Profile (AVRCP)
–
Serial Port Profile (SPP)
–
Phonebook Access Profile (PBAP)
Ondersteunde Bluetooth coderingen
–
Sub Band Codec (SBC)
–
Advanced Audio Coding (AAC)
Verbind de microfoon
Achterpaneel
Microfoon (bijgeleverd)
Microfooningangsaansluiting
Stel de hoek van de
microfoon in
Zet indien nodig met snoerklemmen
(niet bijgeleverd) vast.
14
NEDERLANDS
Een Bluetooth apparaat voor het eerst koppelen en verbinden
1
Druk op
om het toestel in te schakelen.
2
Zoek de modelnaam van dit toestel (KMM-BT5
Bluetooth apparaat.
"PAIRING" "PASS XXXXXX" Naam van toestel "PRESS" "VOLUME KNOB" verschijnt op het display.
• Met bepaalde Bluetooth apparaten moet u mogelijk direct na het zoeken de PIN-code (persoonlijk
identificatienummer) invoeren.
3
Druk op de volumeknop om het koppelen te starten.
"PAIRING OK" verschijnt wanneer het koppelen is voltooid.
Nadat het koppelen eenmaal is uitgevoerd, wordt de Bluetooth verbinding automatisch gemaakt.
De "BT1" en/of "BT2" indicator(s) licht(en) op het voorpaneel op.
•
Dit toestel ondersteunt Secure Simple Pairing (SSP).
•
U kunt in totaal maximaal vijf apparaten registreren (koppelen).
•
Nadat het koppelen is voltooid, blijft het Bluetooth apparaat geregistreerd in het toestel, zelfs wanneer u
het toestel terugstelt. Voor het wissen van een gekoppeld apparaat,
•
Tegelijkertijd kunnen er maximaal twee Bluetooth telefoons en één Bluetooth audio-apparaat worden
verbonden.
Tijdens de BT AUDIO bron, kunt u echter vijf Bluetooth audio-apparaten verbinden en tussen deze vijf
( 19)
apparaten schakelen.
•
Bepaalde Bluetooth apparaten worden niet automatisch na het koppelen met het toestel verbonden.
Verbind het apparaat dan handmatig met het toestel.
•
Zie de handleiding van het Bluetooth apparaat voor meer informatie.
**
DAB) op en selecteer het met het
18
,
[DEVICE DELETE]
.