Dometic vuilwatertanks
4.1
Kenmerken
• De tanks beschikken over een inlaataansluiting en twee uitlaataansluitingen voor dek- en buiten-
boordse aansluitingen
• Inlaat- en uitlaataansluitingen roteren om de aansluiting van de slang uit zowat alle richtingen te
vergemakkelijken (afb .
• De speciaal ontwerpen afvoerbuizen kunnen niet verstoppen
• De ontluchtingsklep beschermt de tank tegen ineenstorting door een te hoge druk
• Extra aansluitingen zorgen ervoor dat de tank in verschillende inlaat- en uitlaatconfiguraties kan
worden omgezet
– een inlaat, twee uitlaten (afb .
– een inlaat, een uitlaat aan dezelfde zijde van de tank (afb .
– een inlaat, een uitlaat aan verschillende zijden van de tank (afb .
• Voldoet aan de vereisten van ISO 8099
5
Installeren van de tank
5.1
Kies een locatie voor de vuilwatertank
Een vuilwatertank moet zo laag mogelijk in de romp worden gepositioneerd . De meeste aansluitslan-
gen en -buizen moeten naar onderen naar de tank afhellen om een afvoer via zwaartekracht toe te
laten en mogelijke stankdoordringing te voorkomen . Een slang die aan een aftappomp buitenboord
aangesloten is, moet van de tank weg afvoeren .
Waarschuwing!
De vuilwatertank mag niet aan temperaturen boven 45 °C (120 °F) worden blootgesteld . Plaats
de tank niet naast hittebronnen zoals motorleidingen, waterverwarmers, generatoren e .d .
Laat 16 cm (ongeveer 6 inches) boven de tank bovenop de afmetingen van de tank (afb .
pagina 2) voor een gemakkelijke buisverbinding .
BEREIKBAARHEID VOOR ONDERHOUD – Omdat Dometic vuilwatertanks in normaal bedrijf een
minimaal onderhoud kunnen vereisen, moet de tank zo worden geïnstalleerd dat de
inspectieopening gemakkelijk bereikbaar is .
5.2
Voorbereiden van het montageoppervlak
Bepaal een goed gelegen oppervlak dat de hele tank zal ondersteunen . Als er een montageop-
pervlak moeten worden gemaakt, gebruik dan muktiplex dat geschikt is voor boten en minimaal
13 mm dik is . Als u het systeem met klembanden installeert, zorg dan ook voor teenblokken op het
montageoppervlak (afb .
5.3
Tank installeren op montageoppervlak
Installeren van de meegeleverde montagevoeten (afb .
Zorg voor minimaal 6 mm dia . voor de vier montagevoeten rondom de tank . (#12) bevestigingsmiddel-
en met maximale dia . 19 mm (0,75 inch) onderlegplaatjes om de tank op het oppervlak vast te zetten
Klembandinstallatie (afb .
Haal de klembanden met een maximale breedte van 31 mm (1,25 inch) over de bovenkant van
de tank aan naar het montageoppervlak aan beide zijden van de tank door de klembanden in de
kanalen aan de tank te plaatsen .
D, pagina 3)
3
3
A, pagina 3)
B, pagina 4) .
4
B, pagina 4)
4
Componenten en functies
3
B, pagina 3)
C, pagina 3)
3
A, pagina 4)
4
,
1
45