HRD (D)-FUFA
6
Montage:
Plaats de flens-doorvoerbuis op de gewenste plek en
1
markeer de gaten voor de pluggen.
•
De muur moet in de omgeving van de doorvoerbuis
schoon, vlak, stofvrij en droog zijn.
•
Op het wandoppervlak mogen in de omgeving
van de doorvoerbuis geen gleuven en scheuren
voorkomen.
•
De doorvoerbuis moet schoon, stof- en vetvrij zijn.
Verwijder de flens-doorvoerbuis en boor de gaten
2
(� 10 mm, 80 mm diep).
Tussen de gaten en de buitenste rand van de uitsparing/
kernboring moet een afstand van minimaal 50 mm
worden aangehouden.
Plaats de flens-doorvoerbuis terug over de geboorde gaten.
3
Pluggen SXR 10 x 80 monteren en schroeven SW13 met
de draaimomentsleutel aandraaien.
Pluggen en schroeven goedgekeurd volgens ETA-07(0121
Aandraaimoment voor beton: tot 20 Nm
Aandraaimoment voor metselwerk: tot 6 Nm
(pluggen zijn meegeleverd)
Met geschikte egalisatieplamuur oneffenheden tot aan de
4
flens egaliseren.
50
NL
50 mm