1. 18/19 °C
2. 23/24 °C
3. 26/27 °C
4. 29/30 °C
5. 31/32 °C
6. 33/34 °C
Als de kachel niet wil ontsteken:
Controleer of de gasfles vol is en schud de fles (niet ondersteboven draaien!)
Als het zeker is dat de gasfles vol is: Zet de kachel, uw drukregelaar en uw gasfles buiten.
• Controleer en reinig het filter van de drukregelaar – verwijder al het vuil en stofdeeltjes
Laat een weinig gas ontsnappen (buitenshuis) uit de gasfles. Dit zal alle aanwezige vervuiling verwijderen om te voorkomen
De kachel zal uitschakelen als de deur wordt geopend. WACHT minstens 5 minuten vooraleer u de kachel opnieuw probeert aan te steken.
Raak de deur, het glas of de zijkanten van de kachel niet aan wanneer deze in werking is.
Voor stabiliteitsredenen: gebruik de kachel alleen met de gasfles in het gasflescompartiment!
• Sluit de gasfles klep om het toestel UIT te schakelen (volg de instructies meegeleverd met het lagedruk regelventiel).
• Verplaats de kachel nooit wanneer deze heet en/of in werking is.
GASLEKKEN
Gelieve deze procedure te volgen wanneer je denkt dat er een gaslek is:
• Sluit de gasfles klep (volg de instructies voor het regelventiel).
• Doof alle open vlammen, bijvoorbeeld van ovens.
• Open ramen om de luchtcirculatie te verhogen.
• Schakel elektrische toestellen, zoals bijvoorbeeld lampen, uit.
• Bereid een emmer water met zeep.
• Open de gasfles (volg de instructies voor het regelventiel).
• Strijk de zeepoplossing op alle aansluitingen van het gascircuit.
• Wanneer er een gaslek is, zullen er blaasjes verschijnen op de locatie van het lek.
• Wanneer er een lek wordt gevonden, sluit dan de gasfles (volg de instructies voor het regelventiel).
• Draai de aansluiting en de metalen ringen van de verbinding aan.
• Open de gasfles (volg de gebruiksaanwijzingen van het regelventiel) en herhaal de procedure.
Contacteer een professionele en gekwalificeerde ingenieur indien er nog steeds een gaslek aanwezig is.
VEILIGHEIDSTIPS 2
• Richt de kachel steeds naar het midden van de kamer.
• Verplaats de kachel nooit wanneer deze in werking is.
• Voorkom dat mensen, in het bijzonder jonge kinderen en oudere mensen, de zeer warme oppervlakken aanraken.
• Droog nooit kledij bovenop de metalen bescherminsgril.
• Houd alle brandbare stoffen op een afstand van te minste één meter van de kachel.
• Gebruik nooit een gaskachel in een badkamer, slaapkamer, flat of (sta)caravan. Giftige gassen kunnen in deze omstandigheden ernstige
gezondheidsproblemen veroorzaken.
• Gebruik of bewaar nooit oplossingen en blikken onder druk in de nabijheid van een gaskachel, zelfs wanneer de gaskachel uitgeschakeld is.
• Werp nooit vuilnis zoals sigarettenpeuken in een gasvuur -dit kan de verbranding beïnvloeden en gevaarlijke vervuiling veroorzaken.
• Verzeker dat kamers met een gaskachel voldoende geventileerd zijn.
• Houd de ruimte rond de kachel vrij van papier, vuilnis, en alle andere brandbare stoffen.
• Plaats de kachel op een recht, hard, niet-brandbaar oppervlak; plaats de kachel niet op vloerkleden, tapijten of stopcontacten, nabij bedden
of dekens, of tafels of aanrechten.
• Schakel de kachel uit wanneer je de ruimte verlaat, en laat een kachel nooit aan wanneer je slaapt of het huis verlaat.
• Gebruik steeds specifieke of standaard bedrading, stekker en stopcontact, en bescherm deze steeds voor vocht of water.
• Sluit steeds de gasklep en verwijder de aansluiting na gebruik.
• Verzeker steeds dat u het toestel kan zien tijdens het aanschakelen. Gebruik nooit zaken zoals een timer, programmeer- of andere apparaten
(inclusief Internet apps) die het toestel automatisch aanschakelen omdat dit brand kan veroorzaken!
REINIGING EN ONDERHOUD
Schakel de gaskachel UIT voor het reinigen, verwijder de voedingskabel en wacht tot de kachel volledig afgekoeld is. Gebruik een zachte,
vochtige doek en vloeibare detergent om de buitenkant van de kachel te reinigen. Gebruik nooit krassende schuursponsjes of schuurmiddelen.
Gebruik geen water, ontvlambare of schurende reinigingsmiddelen.
• Controleer regelmatig de ODS. Verwijder stof of pluisjes zonder de brander of de tubes te beschadigen.
• Controleer regelmatig de toestand van de flexibele rubber slang. Controleer ook de toestand van de dichting van de drukregelaar bij het
vervangen van de gasfles.
• Wees voorzichtig om het kwetsbare oppervlak van de brander, de verbindingen en gasslangen, de regelaar en andere onderdelen van het
gascircuit niet te beschadigen.
• Het is aanbevolen dat de gaskachel eenmaal per jaar door een professional gecontroleerd wordt.
• Gelieve de aanwijzingen voor opslag te volgen wanneer de gaskachel voor langere tijd niet gebruikt zal worden.
1
56