– Een goede weergave kan uitsluitend bij tem-
peraturen tussen -15 °C en +55 °C en een
relatieve luchtvochtigheid van minder dan
85% worden gegarandeerd.
– Op toepassingslocaties met een hoog
geluidsniveau moet voor gebruik van de
spanningstester aan de hand van een zelftest
worden vastgesteld of het geluidssignaal
hoorbaar is.
– VT Combi Pro, VT Digi Pro: In de handgrepen
van het instrument zijn neodymiummagneten
ingebouwd. Personen met een pacemaker
moeten voldoende veiligheidsafstand aanhou-
den. Bij alle apparaten en voorwerpen die
door magnetisme beschadigd kunnen wor-
den, moet een veiligheidsafstand worden
aangehouden (bijv. monitors, creditcards,
gehoorapparaten, luidsprekers).
– Voor en na ieder gebruik moet worden gecon-
troleerd of het instrument perfect werkt (bijv.
met behulp van een bekende spanningsbron).
– Het instrument mag alleen door geautori-
seerde servicetechnici worden geopend en
gerepareerd.
– De spanningstester voldoet aan de EMC-richt-
lijn 2014/30/EU. Toch kan het in heel zeld-
zame gevallen gebeuren dat elektrische toe-
stellen door de spanningstester gestoord wor-
den of dat de spanningstester door andere
elektrische toestellen gestoord wordt.
Instructies voor interne impedantie
– Een spanningstester met relatief lage, interne
impedantie zal in vergelijking met de referen-
tiewaarde 100 kΩ niet alle stoorspanningen
met een oorspronkelijke waarde boven ZLS
aangeven. Bij contact met de te controleren
installatieonderdelen kan de spanningstester
de stoorspanningen door ontlading tijdelijk tot
een niveau onder ZLS verlagen; na het ver-
wijderen van de spanningstester zal de stoor-
spanning zijn oorspronkelijke waarde weer
aannemen.
– Een spanningstester met een relatief hoge,
interne impedantie zal in vergelijking met de
referentiewaarde 100 kΩ bij een aanwezige
stoorspanning "Bedrijfsspanning niet aanwezig"
niet eenduidig weergeven.
– Wanneer de weergave "Spanning aanwezig"
bij een onderdeel verschijnt dat geldt als los-
gekoppeld van de installatie, wordt nadrukke-
lijk geadviseerd om met extra maatregelen
(bijv. gebruik van een geschikte spannings-
tester, visuele controle van het onderbre-
kingspunt in het elektrische circuit enz.) de
toestand "Bedrijfsspanning niet aanwezig"
van het te controleren installatieonderdeel te
onderzoeken en vast te stellen, dat de door
de spanningstester getoonde spanning een
stoorspanning is.
– Een spanningstester die twee waarden van de
interne impedantie aangeeft, heeft de test van
zijn uitvoering voor de behandeling van stoor-
spanningen doorstaan en is (binnen de techni-
sche grenzen) in staat om bedrijfsspanningen
te onderscheiden van stoorspanning en het
spanningstype direct of indirect weer te geven.
2.2 Reglementair gebruik
De tweepolige spanningstester is bedoeld voor
het testen van elektrische factoren, zoals span-
ning, doorgang, draaiveld, weerstand en frequen-
tie in industriële en ambachtelijke omgevingen.
De spanningstester is geen meetinstrument.
77