2. Helm passen
Optimale bescherming bereikt u enkel als de helm optimaal zit.
De helm moet goed bij het hoofd aansluiten en horizontaal gedragen
worden; hij mag niet op het achterhoofd zitten, maar mag ook niet te diep
op het voorhoofd getrokken worden, en evenmin naar links of rechts
geschoven worden.
3. Passen van het binnendeel
Controleer de vaste zit door licht met het hoofd te bewegen wanneer de
kinriem gesloten is. Als de helm daarbij makkelijk verschuift, moet de
verstelring (1) nauwer ingesteld worden.
Dit bereikt u via de draaiknop (2). Door hem naar rechts te draaien, wordt
de riemomtrek verkleind; door hem naar links te draaien, wordt de
riemomtrek vergroot.
21