4.
Installatie en aansluiting
Sluit eerst de schakeldraad aan, sluit daarna de voedingsdraad
aan.
Zorg ervoor dat er geen kortsluiting kan ontstaan tussen de
aansluitdraden voor u de stroom inschakelt.
De toevoerspanning van de controller bevindt zich tussen
DC12V~DC24V. Het gebruik van andere spanningen zal de
controller beschadigen.
Stap 1 - Het aanraakpaneel openen
Open voorzichtig het aanraakpaneel zoals geïllustreerd (bijv. met
een kleine schroevendraaier).
Stap 2 - De aansluitkabel ontkoppelen
Open de connector en verwijder voorzichtig de aansluitkabel.
Stap 3 - Een aansluitingsmethode kiezen
Sluit de draden aan volgens de gekozen aansluitingsmethode (zie
sectie Aansluiting hieronder).
Stap 4 - De controller bevestigen aan de muur
Bevestig en schroef de controller aan de muur zoals geïllustreerd.
V. 01 – 28/03/2013
LEDC13
8
©Velleman nv