Foutopsporingsoverzicht - SDMO ST2.36H Manuel D'utilisation Et D'entretien

N N L L
VI - FOUTOPSPORINGSOVERZICHT
De motor start niet:
1 - Staat de motorschakelaar op stand ON?
2 - Knippert het oliecontrolelampje als de startmotor in werking wordt gesteld (TR2.36H, TR3.60H, XT2.42H, XT3.78H)?
3 - Staat het benzinekraantje open (ON)?
4 - Is er voldoende benzine?
5 - Bereikt de benzine de carburateur?
Om dit te controleren draait u de aftapschroef los, met het kraantje op stand ON (open).
6 - Geeft de bougie een vonk?
A - Verwijder de bougiedop. Reinig eerst de cilinder rondom de bougie en verwijder dan de bougie.
B- Plaats de bougie in de dop.
C - Zet de motorschakelaar aan.
D - Plaats de bougie op de motor zodat de zijelektrode aarde maakt en trek aan de starter om te controleren of er een vonk ontstaat tussen de elektroden.
E - Vervang de bougie als er geen vonk te zien is.
Als de staat van de bougie goed is, probeer dan de motor volgens de instructies te starten.
Als de motor nog steeds niet aanslaat, breng dan het apparaat terug naar uw leverancier.
De motor levert niet het gewenste vermogen:
1 - Controleer of het luchtfilter verstopt is.
2 - Controleer de kwaliteit van de brandstof, en controleer of het brandstoffilter is verstopt (motorpompgroepen ST2.36H, ST3.60H en ST3.60HK) en of de vuilverzamelbak is
dichtgeslibd.
De pomp draait niet:
1 - De rotor is vuil.
Het gepompte volume is klein:
1 - Luchtintreding via aanzuigzijde.
2 - Verlaagd motorvermogen.
3 - Breuk in de sleepringafdichting van de pomp.
4 - Grote verticale afstand tussen de pomp en de waterbron.
5 - Zuigleiding is defect, vuil, beklemd, uitgerekt of verdraaid.
6 - Waterlekkage in de leidingen.
7 - Vervuilde rotor.
8 - Versleten rotor.
Slecht zelfaanzuigend vermogen:
1 - Luchtintreding via de aanzuigzijde.
2 - Onvoldoende watervolume in het pomphuis.
3 - De aftapplug(gen) is (zijn) niet goed vastgedraaid.
4 - De motor werkt niet goed.
5 - Luchtintreding via de sleepringafdichting.
03/2001 42
LET OP: Als er benzine is gemorst, laat deze
dan eerst goed opdrogen voordat u de bougie
test of de motor start. Benzinedampen of ge-
morste benzine kunnen vlam vatten.