Hach Polymetron NA9600 sc Instructions D'utilisation page 139

4. Selecteer een optie.
Optie
KIES
0/4mA INSTELL.
20mA INSTELLEN Stelt de hoge meetwaarde in die wordt weergegeven als 20 mA bij de
TRANS.INSTEL.
SET GEMIDD.
HART-ADRES
5. Druk op back (terug).
6. Selecteer DIAG/TEST > ERROR STOPMODUS.
7. Selecteer een optie.
Optie
BLOKKEREN(standaard) Houdt de uitgangen op de laatst bekende waarde wanneer er een
VERPLAATSEN
Hoofdstuk 6 Diagnose
Voer tests uit op de module en bekijk de module-informatie als volgt:
1. Druk op menu en selecteer INSTELLINGEN SYSTEEM > INSTELLINGEN NETWERK >
DIAG/TEST.
2. Selecteer een optie.
Optie
KAL.UITGANGEN
Beschrijving
GEEN (standaard)—hiermee deactiveert u de uitgang. [naam van de
analyser]—hiermee wordt het relais ingeschakeld. Stelt het op de uitgang
aangeduide kanaal in.
Opmerking: De kanalen die worden gevolgd door een asterisk (*) zijn uitgeschakeld.
Stelt de lage meetwaarde in die is weergegeven als 4 mA bij de analoge
uitgang (standaard: 0,000).
analoge uitgang (standaard: 1,000).
Hiermee stelt u de waarde van de geselecteerde uitgang in wanneer er
een fout optreedt als de ERROR STOPMODUS is ingesteld op
VERPLAATSUITVOER (standaard: 4 mA).
Stelt de hoeveelheid tijd voor het middelen van de analoge uitgang in
(standaard: 0 seconden). Als de waarde bijvoorbeeld is ingesteld op
30 seconden, wordt de waarde van de analoge uitgangen iedere
30 seconden bijgewerkt en is de waarde het gemiddelde van de analoge
uitgangswaarden gedurende de voorgaande 30 seconden.
Stelt het HART-adres van het geselecteerde uitgangskanaal in. Bereik
0 (standaard) tot 63.
Beschrijving
fout optreedt of metingen worden gestopt (bijvoorbeeld kalibratie,
spoelen, heractivering of steekmonstermeting).
Stelt de uitgangen in op de overdrachtswaarde wanneer er een fout
optreedt of metingen worden gestopt (bijvoorbeeld kalibratie,
spoelen, heractivering of steekmonstermeting).
Beschrijving
Kalibreert de lage (4 mA) en hoge (20 mA) waarden voor elk van de
drie 4-20 mA-uitgangen (A, B, C).
Pas de DAC-tellingen aan totdat een aangesloten multimeter de van
toepassing zijnde uitgangswaarde uitleest. De standaard DAC-
tellingen zijn:
• Uitgang A—2807 bij 4 mA, 14046 bij 20 mA
• Uitgang B—2797 bij 4 mA, 14109 bij 20 mA
• Uitgang C—2641 bij 4 mA, 13294 bij 20 mA
Nederlands 139