5 In bedrijf stellen
Plaats de Aircleaner AC-2 in de ruimte.
Ù
Voor een optimaal resultaat moet de
aanwezige lucht continu gefilterd
kunnen worden.
Ù
Afhankelijk van de grootte van de
ruimte en mate van vervuiling plaatst
u één of meerdere Aircleaners.
Sluit het netsnoer aan op de netspanning.
6 Bediening
6.1 Het menu
Vanaf het startscherm
keuze-richtingen mogelijk:
•
In- en uitschakelen: Druk op
inschakelen van het apparaat, de ventilator
gaat aan. Druk nogmaals op
uitschakelen.
•
Instellingen: Druk op
kunnen wijzigen.
6.1.1 IN- EN UITSCHAKELEN
Druk op
voor het inschakelen van het
apparaat, de ventilator gaat aan. Indien de
ventilator niet inschakelt, zal de volgende
melding verschijnen:
Controleer of de roosters aan beide zijden
correct zijn geplaatst en druk daarna
opnieuw op . De ventilator zal nu inschake-
len en op het scherm zal de volgende
melding verschijnen:
10
FAN
OFF, zijn er twee
voor het
voor
om instellingen te
CLOSE
COVER.
FAN
ON.
Indien de ventilator de vereiste doorstroming
niet kan opbouwen, zal de volgende melding
CHECK
FILTERS. Zie hoofd-
verschijnen:
stuk 7 voor mogelijke oorzaken en oplossin-
gen. Wanneer alle filters goed zijn, zal de
doorstroming en dus de machine naar
behoren functioneren totdat de -knop weer
wordt bediend en de machine zal worden
uitgeschakeld.
6.1.2 INSTELLINGEN
Druk op
om bij de Instellingen te kunnen.
Eerst worden de versie van de firmware en
bedrijfsuren weergegeven
RUNTIME. Druk nogmaals op
geplaatste filterpakket te kunnen wijzigen
FILTERPACKAGE. Door nogmaals op
drukken kan het testmenu voor de filters
SINGLE
worden geactiveerd:
Druk nogmaals op
om weer in het start-
scherm te komen met de tekst:
VERSION /
om het
te
FILTERTEST.
FAN
OFF.