Anleitung DS 5-1 SPK1
09.11.2005
NL
5. Montage
Sproeibuis aan de pistoolgreep schroeven
(afb. 2).
Het overdrukventiel (afb. 1/6) niet eruit
draaien!
Controleer of de schroefverbindingen voor
de slang aan de pistoolgreep en aan het
vat vast zitten!
6. Ingebruikname en vullen
Til alvorens de pomp eruit te draaien het
overdrukventiel (afb. 1/6) op en laat eventu-
ele overdruk af.
Druk de pompgreep helemaal naar bene-
den en draai (naar links) de pomp lang-
zaam eruit.
Vul het vat maximaal tot aan de 5 liter mar-
kering met sproeimiddel. Instructies van de
sproeimiddelproducent in acht nemen.
Zet de pomp erin, duw de pompgreep naar
beneden en draai de pomp (naar rechts)
weer stevig erin. De pompgreep vergren-
delt daarbij in de bajonetkoppeling.
Aanwijzing: Transporteer de druksproeier
alleen met vergrendelde bajonetkoppeling.
De sproeilans moet daarbij in de daartoe
voorziene houder zitten.
Pompgreep door hem iets naar links te
draaien losmaken uit de bajonetkoppeling.
Door pompbewegingen (op en neer) van de
pompgreep wordt de druk in het vat opge-
bouwd.
De maximale vatdruk (bedrijfsoverdruk)
mag 2,5 bar niet overschrijden. Het over-
drukventiel reageert bij een overdruk van
meer dan 2,7 bar en laat de overdruk af.
Om te sproeien de ontkoppelingshefboom
(afb. 1/3) aan de pistoolgreep indrukken.
Na loslaten van de ontkoppelingshefboom
stopt de sproeistraal onmiddellijk.
Na elk gebruik moet het apparaat gereinigd
worden en drogen in geopende toestand.
De levensduur van het apparaat wordt aan-
zienlijk verlengd als af en toe de dichtings-
ringen en de manchetten gesmeerd worden
18
16:51 Uhr
Seite 18
met hars- en zuurvrij vet (vaseline).
Belangrijke aanwijzing: Sterke belasting
door de bedrijfswijze (incl. het transport
naar de plaats van inzet en het bewaren als
het apparaat niet gebruikt wordt), omge-
vingsinvloeden (van de plaats van inzet en
de opbergplaats als het apparaat niet
gebruikt wordt) en gebrekkig onderhoud en
verzorging kunnen voortijdige slijtage van
het apparaat tot gevolg hebben. Het moet
daarom vóór elk gebruik op veilige en
gebruiksklare toestand, minstens echter op
uiterlijk herkenbare schade gecontroleerd
worden.
Met name bij het optreden van gebreken
die de veiligheid beïnvloeden, minstens
echter om de vijf jaar, moeten deskundi-
gen, het best een onderhoudsdienst, con-
troleren of een gebruik zonder gevaar ver-
der mogelijk is.
7. Technische gegevens
Max. vulhoeveelheid
Totale vulhoeveelheid
Volumestroom V max =
Toegel. bedrijfsoverdruk
Toegel. bedrijfstemperatuur
Veiligheidsventiel/ontluchtingsventiel
Mondstuk holle kegel
Mondstuksproeihoek
Terugstoothoek aan het mondstuk
Leeggewicht
5 l
6,5 l
1,07 l/min
2,5 bar
+40°C
1
1 mm
max. 60°
kleiner dan 5N
1,1 kg