Support, Fig. 1.1, 3
• De support dient voor de veilige geleiding van het draai-
ers gereedschap en is tegelijkertijd steun voor uw hand.
De hoogteverstelling van de support geschiedt na het
losdraaien van het klemhandel (2). Voor het verder
draaien in de richting van de pijl uittrekken.
• De support op een afstand van 1 – 3 mm van het werk-
stuk zetten. De instelling controleren, daarvoor het
werkstuk met de hand draaien.
• De support ca. 3 mm boven de as van het werkstuk
instellen. De support opnieuw controleren, daarbij het
werk stuk weer met de hand draaien.
• Na het losdraaien van de excentriek-klem (1) kan de
console van de support in lengterichting over de gehele
lengte van het bed en in dwarsrichting tot aan het werk-
stuk verplaatst worden. Bovendien kan de console van
de support naar beide kanten ca. 45º gekanteld worden.
• Voor de bewerking van een vlak oppervlak de support
90º draaien en op het te bewerken vlak zetten. Al naar
gelang het draaiersgereedschap de support tot 6 mm
onder de werkstukas instellen.
Geleiding van het gereedschap, Fig. 4
Voorbeelden van de geleiding van het gereedschap tij-
dens het bewerken van de meest voorkomende basis-
vormen. Na aansluting op het stroomnet is de scheppach
draaibank DM460T klaar voor gebruik. Neemt u daarvoor
de gebruiks aanwijzing „elektrische aansluiting" in acht.
Wenken voor het werken met de
machine
Een vereiste voor het deskundig draaien is goed en
scherp draa iersgereedschap.
Keuze van het materiaal
• Draaihout moet van goede kwaliteit zijn, zonder gebre-
ken, zoals, dwarsscheuren, oppervlaktescheuren of
kwasten. Slecht hout neigt tot splinteren en vormt een
risico voor ge bruiker en machine.
• Werkstukken van gelijmd hout, dienen alleen door een
ervaren vakman bewerkt te worden. Het draaien van
dit soort hout vereist een zorgvuldige manier van lijmen
zonder zwakke punten, aangezien het werkstuk door
de ontstane middelpuntvliedende kracht kan explode-
ren.
• Wenk: Het beheersen van basiskennis dient de leek
zich uitsluitend met massief materiaal aan te leren.
Voorbereiding van het materiaal
• Voor het draaien van langshout moet het materiaal
eerst tot een vierkante vorm gezaagd worden.
• Voor het draaien van dwarshout moet het materiaal ook
eerst ruw op maat gezaagd worden. Met de lintzaag
ruw op maat zagen. Geschikt is een achthoekige vorm,
waar door vibraties verminderd worden.
Werkstukken centreren (Fig. 05)
Het centreren van de voorbereide werkstukken is vóór het
inzetten in de machine een belangrijke handeling.
Centreren wil zeggen: het middelpunt van het werkstuk
opmeten en met centerpons markeren.
Een putje van 1,5 à 2 mm Ø in het middelpunt slaan.
Als het werkstuk niet exact gecentreerd wordt, ontstaan er
door onbalans te sterke vibraties. Als gevolg hiervan kan
het werkstuk uit de machine geslingerd worden.
28 nederlandse
WENK: Exacte centrering van het werkstuk is zuiver
ronddraaien.
Tijdens de draaiwerkzaamheden
• Het nog ruwe werkstuk met een laag toerental bewer-
ken.
• Na het voordraaien, dat wil zeggen als de basisvorm
van het werkstuk en een gelijkmatig ronddraaien be-
reikt is, kan het toerental verhoogd worden.
• MOTOR EERST UITSCHAKELEN – STEKKER UIT
HET STOPCONTACT TREKKEN
• De meedraaiende centerpunt moet via het handwiel,
met uitgeschakelde motor, tussendoor bijgesteld wor-
den. De centerpunt moet goed vast in het hout zitten.
• Het werkstuk met de hand draaien om het goed vastzit-
ten tussen de punten te controleren.
Werkstuk markeren
Soms moet het werkstuk voor het afmaken uit de machine
gehaald worden.
Het is handig om van tevoren met een potlood op het werk-
stuk en op de meenemer een streepje aan te bren gen.
Bij opnieuw inspannen streepje op streepje zetten.
Vakliteratuur
De speciaalzaak biedt vakliteratuur over het draaien aan.
Voor de beginner en voor de expert een prima hulpmiddel
bij het werk, met veel ideeën voor het bewerken.
Electrische aansluiting
De geinstalleerde electromotor is klaar voor gebruik aan-
ge sloten.
De netaansluiting bij de klant en het gebruikte verleng-
snoer moe ten aan de geldige voorschriften voldoen.
Belangrijke opmerking
Bij overbelasting van de motor wordt deze automatisch
uitgeschakeld. Na een afkoelperiode (van tijd tot tijd ver-
schillend) kan de motor weer worden ingeschakeld.
Beschadigde electro-aansluitings-kabels
Aan electrische aansluitingskabels ontstaan vaak isola tie-
schaden.
Oorzaken zijn:
• Kneuzingen, als de aanslutingskabel door venster- of
deurkieren geleid wordt.
• Knikken door onjuiste bevestiging of geleiding van de
aansluitingskabel.
• Sneeën door over de aansluitingskabel heen te rijden.
• Isolatieschaden door het uitrukken uit het stopcontact.
• Scheuren door veroudering van de isolatie.
Zulke beschadigde electro-aansluitingskabels mogen niet
gebruikt worden en zijn door de isolatischaden Ievens-
ge vaarIijk.
Electrische aansluitingskabels regelmatig op schaden
contro leren. Let u er op, dat tijdens het controleren de
aan slui tingskabel niet op het stroomnet is aangesloten.
Electrische aansluitingskabels moeten aan de voor uw
land geldende bepalingen voldoen.
,
Wisselstroommotor
Fig. 06
• De netspanning moet overeenkomen met de gegevens
op het typeplaatje van de motor.
• Verlengsnoeren moeten bij een lengte van 25 m een
door snede van 1,5 mm
meer dan 25 m ten minste 2,5 mm
hebben, bij een lengte van
2
.
2