gramma stopt de ontvangst onge-
veer 4 minuten nadat de ontvangst
het signaalbereik heeft overschre-
den. De ontvangst eindigt na onge-
veer 3 minuten in gebieden met een
sterk signaalbereik.
Tijdens het ontvangstproces kan
alleen de toets
gesteld. Hierdoor wordt het zoeken
naar radiografische signalen onder-
broken.
Mislukt de ontvangst, dan vindt de
volgende ontvangst om 1:00 uur de
volgende dag plaats.
Bij de ontvangst van het zomertijd-
signaal wordt de zomertijd auto-
matisch weergegeven evenals het
zomertijdsymbool "DST".
Radiogestuurde tijd
Zoals beschreven onder "Inbedrijfstel-
ling" stelt het display van de radiogra-
fische klok zich na het plaatsen van de
batterijen automatisch in op de juiste
tijd. Dit proces kan maximaal 5 minuten
duren. De tijdbasis voor de radioge-
stuurde tijdsaanduiding is een cesium
atoomklok die door het Federaal Insti-
tuut voor Natuurkunde en Technologie
in Braunschweig wordt bediend.
Deze tijd wordt gecodeerd (DCF 77) en
door een langegolfzender in Mainflin-
gen bij Frankfurt over een zendbereik
van ongeveer 1.500 km verzonden. Als
uw radiografische klok zich binnen dit
zendbereik bevindt, ontvangt het dit
signaal, rekent het om en geeft - onge-
acht of het zomer- of wintertijd is - altijd
de huidige tijd aan. De radiogestuurde
tijd wordt dagelijks automatisch gesyn-
chroniseerd om eventuele afwijkingen
te corrigeren.
8
in werking worden
Symbolen
Een knipperend radiotorensymbool
betekent dat het zoeken naar het
DCF-signaal begint.
Een permanent oplichtend radi-
otorensymbool betekent dat het
DCF-signaal wordt ontvangen. Het
radiografische signaal begint te
knipperen.
Als het radiografische signaal per-
manent wordt weergegeven, is het
radiografische signaal ontvangen en
wordt de tijd weergegeven.
Geen radiotorensymbool betekent
dat het zoeken naar het DCF-signaal
is mislukt.
Tijdens de zomertijd wordt het sym-
bool "ZON" weergegeven (Daylight
Saving Time).
Balkweergave voor de ontvangst-
kwaliteit van het radiografische sig-
naal – hoe meer balken, hoe beter
de ontvangst.
Instructies voor een goede
ontvangst
We adviseren een minimale afstand
van 2,5 m tot alle storingsbronnen
zoals televisies of computerscher-
men.
De radio-ontvangst is zwakker in
ruimtes met betonnen wanden (bij-
voorbeeld in kelders) en kantoorge-
bouwen. Plaats of hang de radiogra-
fische klok in extreme gevallen aan
een venster.
Omdat er 's nachts minder atmosfe-
rische storingen zijn, is radio-ont-
vangst in de meeste gevallen op dit
tijdstip mogelijk. Eén synchronisatie
per dag is voldoende om de tijd-
weergave op 1 seconde nauwkeurig
te houden.