de machine uit het werkstuk en schakel daarna
pas de motor uit.
• Na het zagen loopt het zaagje nog heel even
door. Wacht met het neerleggen van de machine
totdat deze volledig tot stilstand is gekomen.
Pendelstand (fig. 6)
• De instelling van de pendelstand is afhankelijk
van het zaagresultaat dat u wilt bereiken.
• De juiste instelling moet u proefondervindelijk
vaststellen. Hiervoor geven wij u onderstaand
enkele adviezen:
• Hoe fijner de zaagrand moet worden, hoe kleiner
de pendelstand moet zijn. U kunt de pendelbewe-
ging ook geheel uitschakelen.
• Gebruik bij dunne materialen geen pendelbewe-
ging.
• Bij harde materialen gebruikt u een kleine pen-
delbeweging.
• In zachte materialen en bij zagen in de richting
van de houtnerf kan de maximale pendeluitslag
worden ingesteld.
Invallend zagen (fig. 8)
• Invallend zagen is het zagen midden in het mate-
riaal, zonder dat er al een opening aanwezig is.
• Doe dit alleen bij zachte materialen zoals bijvoor-
beeld: hout, gasbeton, gipsplaat.
• Gebruik een kort zaagblad.
• Zet de machine verticaal onder een hoek van ca.
0º met de voorzijde van de bodemplaat op het
werkstuk.
• Zet de machine aan en laat het zaagblad op volle
snelheid komen.
• Breng de ingeschakelde machine langzaam om-
laag naar de horizontale positie, zodat het zaagje
in het werkstuk zakt.
• Zorg voor voldoende vrije ruimte onder het werk-
stuk om het zaagje vrij te houden.
4. ONDERHOUD / REPARATIE
Haal voor ieder onderhoud eerst de stekker uit
het stopcontact
Opbergen
- Breng altijd de kunststof beschermkap aan over
de bodemplaat om beschadiging daarvan in uw
gereedschapkist te voorkomen.
Smering
- Alleen het steunwiel achter het zaagblad moet af
en toe met een druppel olie gesmeerd worden.
De resterende delen van de machine hebben
geen smering nodig.
Houd de machine en het snoer schoon
- Gebruik hiervoor uitsluitend niet-bijtende schoon-
maakmiddelen en een vochtige doek.
- Reinig regelmatig de zaaghouder. Neem daarvoor
het zaagje uit de zaaghouder en klop het gereed-
schap licht op een egaal oppervlak uit.
Houd de ventilatie-openingen schoon
- Houd de ventilatie openingen schoon.
- Probeer nooit de ventilatie-openingen schoon
te maken door puntige voorwerpen of metalen
borstels door de openingen te steken om bescha-
diging van de machine te voorkomen.
Vervangen van de koolborstels
- Overmatig vonken duidt meestal op versleten
koolborstels.
- Vervanging van de koolborstels kan alleen ge-
schieden door een gekwalificeerde vakman.
In geval van een elektrisch of mechanisch de-
fect de machine ter reparatie aanbieden bij een
gekwalificeerde vakman.
Machine na afloop van de levensduur inleveren
- Aan het eind van de levensduur moet u de ma-
chine inleveren bij een inzamelpunt. De machine
mag niet bij het huisvuil worden weggegooid.
5. TECHNISCHE SPECIFICATIES
Type
Voltage
Frequentie
Vermogen
Veiligheidsklasse
Maximum zaagdiepte hout
Maximum zaagdiepte staal
Aantal toeren p/min.
Verstekhoek
Pendelstanden
Versnelling
L
(geluidsdruk)
PA
L
(geluidsvermogen)
WA
Gewicht
JS-650PQ
230 volt
50 Hz
650 watt
Klasse II
80 mm
10 mm
500 – 3.000
0 - 45º
0-1-2-3
13.2 m/s²
94 dB(A)
105 dB(A)
2.4 kg