19. UEFI-instelling
In de UEFI-instelling (basisconfiguratie van de hardware van uw systeem) heeft u
uitgebreide instelmogelijkheden voor de werking van uw notebook. U kunt hier bi-
jvoorbeeld de werking van de interfaces, de veiligheidsinstellingen of het energie-
beheer wijzigen. Het notebook is in de fabriek al ingesteld voor optimale werking.
OPMERKING!
Wijzig deze instellingen alleen wanneer het absoluut
noodzakelijk is en u bekend bent met de configuratie-
mogelijkheden.
19.1. UEFI-instelling uitvoeren
U kunt het configuratieprogramma alleen oproepen gedurende een korte periode
na het opstarten. Wanneer het notebook al is opgestart, schakelt u het uit en start
het opnieuw op.
Druk op de functietoets F2 om de UEFI-instelling te starten.
NL
FR
DE
37