BECATRANS
BECAFIRE
3.3.1. Ventilatie / ontluchting
Voor de insert wordt een onderscheid gemaakt tussen
- Verwarmingslucht
- Verbrandingslucht
De verwarmingslucht (convectielucht) is alleen bedoeld voor de warmteoverdracht
van het apparaat naar de ruimte. Er zijn geen extra apparaten nodig. De lucht komt
uit de kamer en blijft in de kamer.
Verbrandingslucht is nodig om de verbranding in stand te houden, waarbij de lucht
uit de ruimte wordt gezogen door de natuurlijke trek van de schoorsteen.
De luchtinlaatopeningen bevinden zich onder de deur.
Bij het gebruik van het apparaat moet erop worden gelet dat de luchtinlaatopeningen
niet worden geblokkeerd.
De toevoerleidingen liggen onder de deur.
Zorg bij gebruik van het apparaat voor voldoende toevoer van extra verse lucht, die
niet kan worden afgesloten, die specifiek is voor de schoorsteen en die een
doorsnede heeft van ten minste 50 cm2.
Als de woning is uitgerust met een CMV (gecontroleerde mechanische ventilatie) die
een onderdruk creëert in de ruimte waar het apparaat is geïnstalleerd, is het
noodzakelijk om een buitenluchtaanzuiging te installeren.
Raadpleeg hiervoor altijd de installateur.
In woningen met een afzuigkap in gebruik moet deze in de laagste of uitstand staan.
Als de afzuigkap in werking blijft, moet deze in de laagste stand staan of buiten
werking zijn,
zorgen voor extra ventilatie.
Dit voorkomt niet alleen een slechte verbranding, maar voorkomt ook dat de
rookgassen uit het toestel de ruimte in gezogen worden.
32